ECLI:NL:GHLEE:2005:AT7385
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. E. Aardema
- mr. G.M. van der Meer
- prof. dr. J.J.M. Jansen
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op vergoeding voor bedrijfsverplaatsing van aandeelhouders
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 10 juni 2005, staat centraal of de inspecteur van de Belastingdienst terecht een bedrag van ƒ 425.000,-- heeft gerekend tot de belastbare winst van de belanghebbende, X B.V. De inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd, waarbij het belastbare bedrag was verhoogd naar ƒ 500.072,--. De belanghebbende, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, betwistte deze verhoging en stelde dat zij geen contractpartij was bij de overeenkomst die leidde tot de vergoeding van ƒ 425.000,--. Deze vergoeding was betaald door de gemeente Groningen aan de broers van de directeur van de belanghebbende, C, in verband met de gedwongen verplaatsing van hun bedrijfsactiviteiten. De belanghebbende stelde dat de vergoeding niet aan haar toekwam en derhalve niet als winst kon worden aangemerkt.
Het hof oordeelde dat de overeenkomst tussen de gemeente en de broers was aangegaan en niet met de belanghebbende. De inspecteur had niet voldoende aangetoond dat de broers namens de belanghebbende handelden. Het hof concludeerde dat de vergoeding van ƒ 425.000,-- niet aan de belanghebbende toekwam en dat de inspecteur de belastbare winst ten onrechte had verhoogd. De uitspraak van de inspecteur werd vernietigd, evenals de navorderingsaanslag en de opgelegde verhoging. Tevens werd de inspecteur veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de belanghebbende.