ECLI:NL:GHLEE:2005:AT7919
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.W. Drion
- K. de Jong-Braaksma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de status van een predikant als zelfstandig ondernemer in de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 17 juni 2005, staat de vraag centraal of de belanghebbende, een predikant, in het jaar 2001 kan worden aangemerkt als een beoefenaar van een zelfstandig beroep of als genieter van resultaat uit overige werkzaamheden volgens artikel 3.90 van de Wet inkomstenbelasting 2001. De belanghebbende ontving een bruto traktement van de kerkelijke gemeente en was verantwoordelijk voor zijn eigen belastingafdracht, maar was niet in loondienst. De inspecteur handhaafde de aanslag op het belastbaar inkomen van de belanghebbende, wat leidde tot beroep bij het hof.
Het hof oordeelt dat de belanghebbende niet voldoet aan de criteria voor ondernemerschap zoals gedefinieerd in de Wet inkomstenbelasting 2001. De belanghebbende stelt dat hij risico's loopt met betrekking tot zijn inkomen door de terugloop van het ledental van de kerk, maar het hof concludeert dat deze risico's niet direct zijn en dat de belanghebbende niet voldoende zelfstandigheid heeft ten opzichte van de kerkelijke gemeente. De argumenten van de belanghebbende, waaronder de vergelijking met andere zelfstandige beroepsgroepen, worden door het hof verworpen. Het hof komt tot de conclusie dat de belanghebbende niet kan worden aangemerkt als ondernemer en verklaart het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de belastingplichtige om aan te tonen dat hij daadwerkelijk een onderneming drijft en dat de zelfstandigheid en risico's die hij stelt niet voldoende zijn om hem als ondernemer te kwalificeren. De proceskosten worden niet toegewezen, en de beslissing van de inspecteur wordt bevestigd.