ECLI:NL:GHLEE:2005:AU0793
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Knijp
- B. Bax-Stegenga
- A. de Bock
- M. Streppel
- Rechtspraak.nl
Auteursrechtelijke geschil over het spel Pinguin Panic tussen Impag Toys Europe B.V., Ravensburger Spieleverlag GmbH en Seven Towns Limited
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een auteursrechtelijk geschil, staat de vraag centraal wie de auteursrechthebbende is van het spel Pinguin Panic. Het Gerechtshof Leeuwarden heeft op 3 augustus 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het hof de eerdere beslissing van de rechtbank Groningen van 1 maart 2002 heeft vernietigd. De appellante, Impag Toys Europe B.V., was in eerste aanleg gedaagde, terwijl de geïntimeerden, Ravensburger Spieleverlag GmbH en Seven Towns Limited, eisers waren. Het hof heeft vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat de vraag van auteursrechthebbendheid moet worden beoordeeld naar Engels recht. Ravensburger en Seven Towns hebben in hun stellingen aanvankelijk betoogd dat Seven Towns het auteursrecht had verkregen door overdracht van een werknemer, maar hebben later hun standpunt gewijzigd en gesteld dat Seven Towns als werkgever van de werknemer als auteursrechthebbende moet worden beschouwd. Het hof heeft deze wijziging van standpunt als strijdig met de goede procesorde beoordeeld en buiten beschouwing gelaten. Het hof concludeert dat niet is komen vast te staan dat Seven Towns het auteursrecht op Pinguin Panic heeft verkregen, en wijst de vorderingen van Ravensburger en Seven Towns af. Tevens zijn zij veroordeeld in de proceskosten, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.