ECLI:NL:GHLEE:2005:AU3919
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Streppel
- J. Verschuur
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsgeschil tussen Demolition Tools en CPM GmbH
In deze zaak heeft Demolition Tools BV in eerste aanleg een incident van onbevoegdheid opgeworpen, waarbij zij stelde dat het Ambtsgericht te Dresden bevoegd was om van het geschil kennis te nemen in plaats van de rechtbank Leeuwarden. De rechtbank heeft op 2 februari 2005 de incidentele vordering van Demolition Tools afgewezen en de hoofdzaak naar de rol verwezen. Dit vonnis was een tussenvonnis waartegen tussentijds beroep niet was toegestaan, tenzij de rechter in eerste aanleg anders had bepaald. Aangezien de rechter geen toestemming had gegeven voor tussentijds appel, kon Demolition Tools niet in haar appel worden ontvangen.
In hoger beroep heeft Demolition Tools op 1 maart 2005 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 2 februari 2005. De grieven van Demolition Tools waren gericht tegen de afwijzing van de incidentele vordering. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft op 5 oktober 2005 arrest gewezen. In dit arrest werd bevestigd dat het tussenvonnis van de rechtbank Leeuwarden niet vatbaar was voor tussentijds beroep, en werd Demolition Tools niet-ontvankelijk verklaard in haar appel.
Het hof heeft tevens beslist dat Demolition Tools, als de in het ongelijk gestelde partij, de kosten van de procedure in hoger beroep moest dragen. De kosten werden vastgesteld op Euro 291,-- aan verschotten en Euro 894,-- aan salaris voor de procureur. Het arrest werd uitgesproken door de voorzitter en de raden van het hof, met de griffier aanwezig.