ECLI:NL:GHLEE:2005:AU7338
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Zuidema
- Kuiper
- Breemhaar
- Mollema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vorderingen op basis van uitzendovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door [appellant] is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Assen, sector kanton, locatie Emmen, uitgesproken op 7 juli 2004. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.R. van den Elst, vorderde betaling van een bedrag van euro 1.709,27 aan restant hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten van de geïntimeerden, die gezamenlijk werden vertegenwoordigd door mr. S.A. Roodhof. De rechtbank had in eerste aanleg de vordering van de appellant afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep. De appellant stelde dat hij in de maanden januari en februari 2003 uitzendkrachten ter beschikking had gesteld aan de geïntimeerden, die daardoor een bedrag van euro 3.509,07 aan hem verschuldigd waren geworden. De geïntimeerden betwistten de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de appellant op de overeenkomst tussen partijen.
Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft het hof de grieven van de appellant beoordeeld. Het hof oordeelde dat de grieven II, III en IV van de appellant, die betrekking hadden op de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, faalden. Het hof was van mening dat de stellingen van de geïntimeerden met betrekking tot de algemene voorwaarden niet voldoende waren onderbouwd. Grief I, die betrekking had op de restant hoofdsom, werd daarentegen gegrond verklaard. Het hof oordeelde dat de appellant recht had op betaling van euro 1.642,46, bestaande uit euro 1.106,08 aan restant hoofdsom en euro 536,38 aan buitengerechtelijke incassokosten.
Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de vordering van de appellant toe, met de bepaling dat de kosten van het geding tussen partijen werden gecompenseerd, zodat elke partij haar eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan op 30 november 2005 door het Gerechtshof Leeuwarden, waarbij de voorzitter en de raden de uitspraak deden, en de griffier aanwezig was.