2. Het gaat in dit kort geding - samengevat - om het volgende.
2.1. In het kader van de vereffening van de failliete boedel van C.V. Sprik Granen (hierna: Sprik) heeft de curator de onroerende zaken aan [adres] te koop aangeboden. Door makelaar A. Otten te Hoogeveen is een taxatierapport uitgebracht met betrekking tot de waarde van de huur van de antenne-inrichtingen op het dak van de silo en van de opbrengst van de weegbrug.
2.2. In de verkoopinformatie van 11 januari 2005 is - onder meer - vermeld:
"(...)
-Het dak van de silo is verhuurd voor antenne-inrichting voor diverse telecombedrijven. De
huuropbrengst bedraagt Euro 20.000,-- per jaar exclusief BTW.
-De weegbrug heeft een capaciteit ton 70 ton. De opbrengst per jaar voor het gebruik door
derden bedraagt circa Euro 10.000,-- exclusief BTW,
(...):
Gegadigden aanvaarden de zaken voetstoots in de staat waarin de zaken zich bij het tot stand
komen van de koopovereenkomst bevinden. Door de curator worden alle risico's, die aan de
zaken kunnen zijn verbonden, uitgesloten (...)"
2.3. [appellant] heeft op 21 januari 2005 een bod uitgebracht van Euro 662.000,--
(Euro 630.000,-- voor de onroerende zaken en Euro 32.000,-- voor de roerende zaken), met welk bod de bank niet akkoord is gegaan.
2.4. Nadien hebben partijen overeenstemming bereikt over een door [appellant] te betalen koopprijs ten bedrage van Euro 728.164,-- k.k. (Euro 726,764,-- voor de onroerende zaken en Euro 1.400,-- voor de roerende zaken). Op 22 februari 2005 heeft de curator aan [appellant] een koopovereenkomst ter ondertekening toegezonden. Daarin zijn in art. 7.1 onder meer vermeld vijf huurovereenkomsten voor antenne-inrichtingen voor telecombedrijven, welke door [appellant] worden overgenomen. Voorts bevat de overeenkomst onder art. 9.2 een clausule waarbij partijen afstand doen van het recht van ontbinding en vernietiging.
2.5. [appellant] heeft op 2 maart 2005 de curator bericht dat hij de koopovereenkomst niet zal ondertekenen omdat gebleken is dat de opbrengst van de vergoedingen voor de antenne-inrichtingen niet Euro 20.000,--, zoals in de verkoopinformatie is vermeld, maar Euro 13.000,-- per jaar bedraagt.
2.6. Na overleg hebben partijen op 21 maart 2005 overeenstemming bereikt over een koopprijs van Euro 662.000,-- k.k. In artikel 7.1 van de herziene koopovereenkomst zijn onder meer vermeld drie huurovereenkomsten voor antenne-inrichtingen die in de koop zijn begrepen. Deze herziene koopovereenkomst is door [appellant] evenmin ondertekend.
2.7. De curator heeft [appellant] in kort geding gedagvaard. Gevorderd is [appellant], op straffe van verbeurte van een dwangsom, te veroordelen tot ondertekening van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst en voorts tot nakoming van de koopovereenkomst door het verlenen van medewerking aan het passeren van de akte van levering. [appellant] heeft tegen de vordering verweer gevoerd.
2.8. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de curator als volgt toegewezen: 1. [appellant] wordt veroordeeld tot ondertekening van de koopprijs, met dien verstande dat de koopprijs wordt verminderd tot Euro 632.000,--, binnen 3 dagen na datum van het vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van Euro 1.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat [appellant] in gebreke blijft tot ondertekening over te gaan, met een maximum van Euro 100.000,-- en uiterlijk tot de dag van het passeren van de akte van levering; 2. [appellant] wordt veroordeeld tot nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst door het verlenen van medewerking aan het passeren van de akte van levering op 1 juni 2005; 3. bepaald wordt dat, indien [appellant] niet aan de onder 2 uitgesproken veroordeling mocht voldoen, het vonnis in de plaats treedt van de door hem voor die akte passering te verrichten rechtshandeling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, terwijl de proceskosten zijn gecompenseerd. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.