ECLI:NL:GHLEE:2006:AU9903
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. Drion
- prof. dr. Dijstelbloem
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag loonbelasting en boetebeschikking
In deze zaak is in geschil of de opgelegde boete terecht en tot het juiste bedrag is vastgesteld door de inspecteur. De belanghebbende, een onderneming die mechanische parkeergarages ontwikkelt, kreeg een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd voor het tijdvak van 1 april 2003 tot en met 31 oktober 2003, ter hoogte van € 105.000,-, met een boete van € 52.500,-. Na bezwaar werd de aanslag verlaagd tot € 30.537,- en de boete tot € 15.268,-. De belanghebbende ging in beroep tegen deze uitspraak, waarbij zij stelde dat er geen sprake was van opzet of grove schuld, en dat de boete niet in verhouding stond tot het feit. De inspecteur daarentegen betoogde dat de directeur van de belanghebbende op de hoogte was van de gang van zaken en dat er sprake was van opzet.
Het hof oordeelde dat de inspecteur in strijd heeft gehandeld met artikel 10:3, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht, omdat de persoon die de naheffingsaanslag had opgelegd ook betrokken was bij de beslissing op het bezwaar. Dit leidde tot de conclusie dat de uitspraak op het bezwaarschrift onbevoegd was genomen. Het hof vernietigde de uitspraak van de inspecteur met betrekking tot de boetebeschikking en bepaalde dat de inspecteur opnieuw uitspraak moest doen op het bezwaar binnen zes weken. De naheffingsaanslag zelf werd ongegrond verklaard, omdat daartegen geen gronden waren aangevoerd. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die op € 724,50 werden vastgesteld, en het betaalde griffierecht van € 237,- werd vergoed door de Staat der Nederlanden.