ECLI:NL:GHLEE:2006:AV1871
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- prof. mr. Hermans
- mr. Roes
- mr. Lahuis
- Rechtspraak.nl
Geen oplegging ISD-maatregel vanwege ontbreken behandelprogramma en lange duur voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 14 februari 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Assen. De verdachte, die zich schuldig had gemaakt aan meerdere winkeldiefstallen, was eerder door de rechtbank veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar. Het hof heeft echter geoordeeld dat de ISD-maatregel niet kon worden opgelegd, omdat er onvoldoende behandelmogelijkheden beschikbaar waren. Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de reclassering nog bezig was met het ontwikkelen van trajecten voor de uitvoering van de ISD-maatregel, en dat er geen concrete plannen waren voor de behandeling van de verdachte. Ondanks dat de verdachte blijk gaf van motivatie om aan een behandeling mee te werken, was er onvoldoende duidelijkheid over de inhoud en de aard van deze behandeling.
Het hof heeft in zijn tussenarrest van 28 december 2005 bepaald dat er nader onderzoek moest worden verricht naar de behandelmogelijkheden, maar dit onderzoek heeft niet geleid tot de benodigde informatie. De verdachte had inmiddels bijna negen maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht, en het hof vond het onterecht om de ISD-maatregel op te leggen zonder dat er een duidelijk programma voorhanden was. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen, maar concludeerde dat de maatregel zonder een adequaat behandelprogramma niet kon worden opgelegd.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd voor zover aan hoger beroep onderworpen, en de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 256 dagen, gelijk aan de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. Het hof heeft benadrukt dat de verdachte bereidheid heeft getoond om zich te laten behandelen, maar dat er geen aanleiding was voor een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf, gezien de lange duur van de voorlopige hechtenis en het gebrek aan behandelmogelijkheden.