Arrest d.d. 8 maart 2006
Rolnummers 0500503 en 0500504
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
In de zaak met rolnummer 0500503 (in eerste aanleg nummer 72173 KG ZA 05-251) van:
Griend B.V.,
gevestigd te Drachten,
appellante,
in eerste aanleg gedaagde,
hierna te noemen: Griend,
procureur: mr P. Tuinman, die ook heeft gepleit,
1. CV Scheepvaartonderneming Polar Snow,
gevestigd te Drachten,
2. Vectis Shipping B.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: Polar Snow c.s.,
procureur: mr J.V. van Ophem,
voor wie gepleit heeft mr Baron van Lynden, advocaat te Rotterdam,
en in de zaak met rolnummer 0500504 (in eerste aanleg nummer 72194 KG ZA 05 252) van:
Griend B.V.,
gevestigd te Drachten,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Griend,
procureur: mr P. Tuinman, die ook heeft gepleit,
CV Scheepvaartonderneming Polar Snow,
gevestigd te Drachten,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: de CV,
procureur: mr J.V. van Ophem,
voor wie gepleit heeft mr Baron van Lynden, advocaat te Rotterdam.
Het geding in eerste instantie
In eerste instantie is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het kort gedingvonnis, uitgesproken op 20 september 2005 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden.
Het vonnis is in de zaak met rolnummer 0500503 gewezen tussen de Polar Snow c.s. als eisers en Griend, tezamen met [de enig bestuurder van Griend] (hierna: [de enig bestuurder van Griend] te noemen) als gedaagden.
Het vonnis in de zaak met rolnummer 0500504 is gewezen tussen Griend als eiseres en de CV alsmede [gedaagde sub 2. in de procedure in eerste aanleg in de zaak met rolnummer 0500504] als gedaagden.
Het geding in hoger beroep
Bij afzonderlijke exploten, beide van 3 oktober 2005, is door Griend hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis, met dagvaarding van Polar Snow c.s. respectievelijk de CV tegen de zitting van 12 oktober 2005.
In de zaak onder nummer 0500503 luidt de conclusie van de dagvaarding in hoger beroep:
"het vonnis van de Voorzieningenrechter d.d. 20-09-2005 gewezen onder rolnummer 72173 KGZA 05-251 vernietigd dient te worden, en opnieuw rechtdoende, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad geïntimeerden alsnog niet ontvankelijk te verklaren, althans de vorderingen van geïntimeerden af te wijzen, met veroordeling van geïntimeerden in de kosten van beide instanties."
In de zaak onder nummer 0500504 luidt de conclusie van de memorie van grieven:
"bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden d.d. 20-09-2005 gewezen onder nummer 72194 KG ZA 05-252 te vernietigen, en opnieuw rechtdoende, het in de vennotenvergadering van 12-09-2005 genomen besluit dat onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst met appellante als beherend vennoot alsook de benoeming van Vectis Shipping BV i.o. tot beherend vennoot van CV Scheepvaartonderneming Polar Snow te schorsen en te bepalen, dat daaraan geen enkel effect toekomen tot daarover bij arbitrale uitspraak zal zijn beslist, met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van het geding."
In de zaak onder nummer 0500503 is bij memorie van antwoord door Polar Snow c.s. verweer gevoerd met als conclusie:
"het vonnis van de voorzieningenrechter te bekrachtigen, al dan niet met verbetering van gronden, en Griend te veroordelen in de kosten van deze procedure."
In de zaak onder nummer 0500504 is bij memorie van antwoord door de CV verweer gevoerd met als conclusie
"het vonnis van de voorzieningenrechter te bekrachtigen, al dan niet met verbetering van gronden, en Griend te veroordelen in de kosten van deze procedure."
Vervolgens hebben partijen de zaken doen bepleiten onder overlegging van pleitnota's door hun advocaten.
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
Griend heeft in de zaak onder nummer 0500503 vier grieven opgeworpen, die hierna met de nummers I tot en met IV zullen worden aangeduid. In de zaak onder nummer 0500504 heeft Griend een enkele grief opgeworpen, hierna grief A te noemen.
Samenhang tussen de beide zaken
1. Gelet op de nauwe verwevenheid tussen deze zaken, zullen de grieven in de procedures onder nummers 0500503 en 0500504 gezamenlijk worden besproken.
Met betrekking tot de vaststaande feiten
2. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 1.1. tot en met 1.4 van genoemd vonnis van 20 september 2005 is geen grief ontwikkeld, zodat ook in hoger beroep van die, hierna opnieuw weer te geven feiten zal worden uitgegaan. Het volgende staat vast.
2.1 Griend was tot 12 september 2005 enig beherend vennoot van de CV, welke CV ten doel heeft het doen (af)bouwen, in eigendom verwerven en exploiteren van schepen en het aangaan van daarmee samenhangende financieringen en het verlenen van daarmee samenhangende zekerheden, alsmede al hetgeen hiermee in de meest ruime zin genomen verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De CV kent 228 participaties. Griend heeft 21 participaties in de CV. Enig bestuurder van Griend is [de enig bestuurder van Griend].
2.2 In de akte van de CV is onder meer het volgende bepaald:
Artikel 8
(...)
2. Deze overeenkomst kan bij besluit door de vergadering van vennoten genomen (...) met een gekwalificeerde meerderheid ten aanzien van de beherend vennoot worden opgezegd, indien:
(...)
f. er sprake is van een onbehoorlijke taakvervulling door de beherend vennoot van de taken en verplichtingen die ingevolge deze overeenkomst op hem rusten;
g. er sprake is van een belang van de beherend vennoot dat naar het oordeel van de vergadering van vennoten strijdt met het belang van de commanditaire vennoten.
3. Indien deze overeenkomst wordt beëindigd ten aanzien van de beherend vennoot, hetzij ingevolge toepassing van artikel 7A:1684 van het Burgerlijk Wetboek, hetzij ingevolge toepassing van het vorige lid van dit artikel, zal de vergadering van vennoten een rechtspersoon aanwijzen ter vervanging van de beherend vennoot. Deze vervanging vindt zo mogelijk plaats per de datum van beëindiging van deze overeenkomst ten aanzien van de beherend vennoot. Een dergelijke aanwijzing vindt plaats bij besluit van de ter vergadering aanwezige vennoten met gewone meerderheid van stemmen. (...)
4. De beherend vennoot ten aanzien van wie deze overeenkomst wordt beëindigd, zal zijn rechten ten aanzien van de goederen van de vennootschap aan de opvolgende beherend vennoot overdragen en voorts zodanige stukken tekenen en andere handelingen verrichten als noodzakelijk of wenselijk mochten zijn in verband met zijn vervanging door de opvolgend beherend vennoot. (...)
5. De beherend vennoot ten aanzien waarvan deze overeenkomst wordt beëindigd of opgezegd overeenkomstig het hiervoor in dit artikel bepaalde zal niet gerechtigd zijn tot enige terugbetaling van het door haar ingebrachte kapitaal noch tot enige andere betaling of uitkering ten laste van de vennootschap (daaronder begrepen eventuele bijgeschreven bedragen op haar kapitaalrekening als bedoeld in artikel 4).
(...)
VERGADERING VAN VENNOTEN
Artikel 11
(...)
3. Buitengewone vergaderingen van vennoten worden zo dikwijls als de beherend vennoot het wenselijk acht, zomede indien één of meer vennoten tezamen vertegenwoordigende ten minste tien procent van alle deelnemingen dat schriftelijk onder vermelding van de te behandelen onderwerpen aan de beherend vennoot verzoeken.
4. Indien de beherend vennoot alsdan de verlangde vergadering niet bijeen roept, zodanig, dat zij binnen dertig dagen na het verzoek wordt gehouden, zijn de verzoekers zelf tot bijeenroeping bevoegd met inachtneming van het daaromtrent in de overeenkomst bepaalde.
(...)
BOEKJAAR EN JAARREKENING
Artikel 12
(...)
2. Jaarlijks voor één april wordt door de beherend vennoot een jaarrekening over het afgelopen boekjaar opgemaakt, bestaande uit een balans, een winst- en verliesrekening en een toelichting.
De jaarrekening zal worden opgesteld met inachtneming van de wettelijke vereisten en op basis van in Nederland algemeen aanvaarden waarderingsgrondslagen.
De jaarrekening wordt gecontroleerd door een deskundige als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek aan te wijzen door de beherend vennoot.
2.3 In 2005 heeft de jaarvergadering van de CV plaatsgevonden op 25 april. Tijdens deze vergadering is de nietigheid van de (eerdere) goedkeuring van de jaarstukken 2002 en 2003 ingeroepen. Besloten is - waar Griend zich bij heeft neergelegd - dat de jaarstukken 2002, 2003 en 2004 door een externe registeraccountant zouden worden onderzocht en opnieuw ter goedkeuring aan de vergadering zouden worden voorgelegd.
2.4 Op 12 september 2005 heeft een buitengewone vergadering van vennoten van de CV plaatsgevonden, als bedoeld in artikel 11 van de akte van de CV en op verzoek van (ten minste) tien procent van alle deelnemingen. Eén van de onderwerpen van deze vergadering was het al dan niet continueren van de samenwerking met de beherend vennoot en de aanstelling van een nieuwe beherend vennoot. Tijdens deze vergadering is de vennootschap bij besluit van een ruime gekwalificeerde meerderheid op grond van artikel 8 tweede lid 2 onder f. en g. van de akte van de CV ten aanzien van Griend met onmiddellijke ingang beëindigd en is Griend als beherend vennoot vervangen door Vectis, welke laatste toen nog in oprichting was en op 14 september 2005 daadwerkelijk is opgericht.
Korte omschrijving van het geschil
3. Polar Snow c.s. streven kort gezegd een deugdelijke overdracht na van de positie van de beherend vennoot, welke zij tegen de weigerachtige Griend willen afdwingen (0500503). Griend verzet zich daartegen. Haar vordering strekt tot schorsing van het besluit van 12 september 2005 (0500504).
Met betrekking tot de ontvankelijkheid van Griend
4. Geen grief is opgeworpen tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat het beroep op niet-ontvankelijkheid van Griend in de tegen de CV ingestelde vordering dient te worden verworpen (0500504). Ook het hof is van oordeel dat het beroep op niet-ontvankelijkheid geen steun vindt in het recht.
Met betrekking tot Grief I (rolnummer 0500503)
5. Met deze grief handhaaft Griend haar betoog dat artikel 8 lid 3 van de akte van de CV de benoeming van een rechtspersoon in oprichting uitsluit.
6. De kennelijke strekking van deze bepaling is te voorkomen dat een natuurlijke persoon als opvolgend beherend vennoot wordt benoemd. Gegeven dit voorschrift, kan het besluit om over te gaan tot benoeming van een besloten vennootschap welke - binnen enkele dagen na de vergadering - voor dit specifieke doel zal worden opgericht, naar het voorlopig oordeel van het hof niet anders worden begrepen dan als benoeming van die vennootschap vanaf het moment van die oprichting. Geen rechtsregel staat aan de geldigheid van dergelijke besluitvorming in de weg.
Met betrekking tot grief III (rolnummer 0500503)
8. Met deze grief komt Griend ertegen op dat de voorzieningenrechter een beroep op de redelijkheid en billijkheid heeft gepasseerd. Volgens Griend beheerde zij immers het best presterende schip van alle Polarschepen, en het gaat volgens haar niet aan (het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar) de beherend vennoot van een dergelijk schip vanwege een discussie over kostenposten met onmiddellijke ingang weg te sturen.
9. Deze grief faalt, aangezien de goede prestaties van het schip niets afdoen aan de ernst van het gestelde omtrent wanbeleid (in het bijzonder het achterhouden van biedingen van derden) en belangenverstrengeling.
Met betrekking tot de grieven II en A (respectievelijk rolnummers 0500504 en 0500503)
10. Met grief II bestrijdt Griend opnieuw dat sprake is geweest van onbehoorlijke taakvervulling en belangenverstrengeling. Volgens Griend heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat Griend ondanks rappellen en aanmaningen reeds jarenlang verzuimt te voldoen aan redelijke eisen van financiële verantwoording, met name ten aanzien van de relatief hoge personeelskosten en de bevrachtingscommissie - dit, terwijl externe accountantscontrole niet heeft plaatsgevonden.
11. Met Grief A bouwt Griend hierop voort door te bestrijden dat haar vordering gelet op het in de zaak met nummer 0500503 gegeven oordeel zal moeten worden afgewezen.
12. Het hof stelt bij de beoordeling van deze grieven voorop dat het initiatief tot opzegging van de overeenkomst met Griend is genomen naar aanleiding van de vergadering van 25 april 2005. De argumenten daartoe zijn uitgebreid uiteengezet in een brief van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] d.d. 27 juli 2005 aan de overige commanditaire vennoten, naar welke brief in hun uitnodiging voor de buitengewone vergadering wordt verwezen. De brief van 27 juli 2005 is vergezeld gegaan van het verzoek de initiatiefnemers in geval van verhindering te machtigen namens de geadresseerden ter vergadering een stem uit te brengen, onder meer over het al dan niet continueren van de samenwerking met Griend. De vervolgens afgegeven machtigingen hebben ertoe geleid dat de vennotenvergadering op initiatief van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] met de vereiste meerderheid van stemmen heeft kunnen besluiten de overeenkomst met Griend op te zeggen wegens onbehoorlijke taakvervulling en belangenverstrengeling. De in dit geding cruciale vraag of die beslissing aantastbaar is, dient te worden beantwoord aan de hand van de in de genoemde brief gegeven argumenten, zoals die ter vergadering aan de orde zijn gekomen en in het bijzonder zoals die zijn samengevat in de notulen van de vergadering van 12 september 2005 bij agendapunt 6. Het ligt op de weg van de Polar Snow c.s. om aannemelijk te maken dat deze argumenten, beoordeeld in het licht van hetgeen daaromtrent voorshands is komen vast te staan, deze beslissing konden dragen. Het hof zal hierna bij de beoordeling onderscheid maken tussen (a) de voorgeschiedenis, (b) afspraken omtrent nader accountantonderzoek, (c) afspraken over het verschaffen van informatie omtrent biedingen en (d) belangenverstrengeling.
Ad (a)
12.1 Griend wordt verweten dat zij ondanks rappellen en aanmaningen jarenlang heeft verzuimd te voldoen aan redelijke eisen van financiële verantwoording. Blijkens de daartoe aangedragen correspondentie wordt hiermee evenwel gedoeld op een periode waarover de jaarstukken al waren vastgesteld. Omtrent het door Griend gedurende die jaren gevoerde financiële beleid hebben de vennoten haar decharge verleend. Daar komt bij dat de aantijgingen met name betrekking hebben op personeels- en bevrachtingskosten, terwijl in dit geding ten aanzien van die kosten niet aannemelijk is gemaakt dat Griend enig verwijt kan worden gemaakt. Het hof is dan ook voorshands van oordeel dat deze voorgeschiedenis geen steun kan bieden aan het bestreden besluit van de commanditaire vennoten. Ten aanzien van de aan die beslissing in de brief van 27 juli 2005 specifiek ten grondslag gelegde argumenten oordeelt het hof als volgt.
Ad (b)
12.2 Polar Snow c.s. maken Griend het verwijt dat zij 'willens en wetens in gebreke' is door te weigeren uitvoering te geven aan de besluiten zoals deze door de participanten tijdens de jaarvergadering van 25 april 2005 zijn genomen. [betrokkene 1] en [betrokkene 2] doelen daarbij op het besluit de cijfers over de jaren 2002, 2003 en 2004 door een externe accountant opnieuw te laten onderzoeken en, vooral, op de in dat verband na afloop van de vergadering beweerdelijk tussen de participantencommissie en [de enig bestuurder van Griend] gemaakte afspraak dat Griend daartoe KPMG en Deloitte zou benaderen. Polar Snow c.s. onderbouwen deze stelling met verwijzing naar een brief van [betrokkene 2] aan Griend van 14 mei 2005, waarin deze nadere afspraak wordt bevestigd. Griend bestrijdt echter dat die brief de afspraken juist weergeeft (MvG onder 33). Volgens haar heeft zij in overeenstemming met de wel (ter vergadering) gemaakte afspraak gehandeld door AVM Accountants voor de controle in te schakelen. Zij wijst erop dat [de enig bestuurder van Griend] de participantencommissie op 26 mei 2005 schriftelijk heeft laten weten dat hij daartoe is overgegaan.
Hoewel dit verweer niet onmiddellijk overtuigt, gaat het naar het oordeel van het hof te ver om voorshands van de lezing van Polar Snow c.s. uit te gaan. Wat daarvan ook zijn moge, op 29 mei 2005 heeft de participantencommissie Griend herinnerd aan de afspraak dat zowel Deloitte als KPMG een offerte zou worden gevraagd, en als vaststaand kan worden aangenomen dat die offertes daarna op 12 juli 2005 daadwerkelijk zijn gevraagd, dat mr. Tuinman zulks in een fax van 31 augustus 2005 aan mr. Van Lynden heeft laten weten en dat in ieder geval met KPMG per 15 september 2005 al wel een nadere afspraak was gemaakt toen Griend op 12 september 2005 van haar functie werd ontheven. Met name gelet op dat laatste kan naar het voorlopig oordeel van het hof niet worden volgehouden dat sprake was van een in dit opzicht onbehoorlijke taakvervulling aan de zijde van Griend die de bestreden, vérstrekkende maatregel zou kunnen rechtvaardigen.
Ad (c)
12.3 De participantencommissie in de persoon van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] heeft het voorstel tot opzegging wegens onbehoorlijke taakvervulling voorts gebaseerd op schending van de volgens hen na afloop van de vergadering van 25 april 2005 eveneens met Griend ([de enig bestuurder van Griend]) gemaakte afspraak dat 'alle informatie over belangstelling en/of biedingen op de Polar Snow door de beherend vennoot ter kennis van de PC zou worden gebracht'. Zij beweren dat hun is gebleken dat aan Griend een concreet bod is uitgebracht waaromtrent Griend geen mededelingen heeft gedaan en dat zij ook niet reageert op uitgebrachte biedingen. Voor zover hieraan al enige onderbouwing is gegeven, vindt die zijn oorsprong in een ter vergadering op 25 april 2005 gemaakte opmerking van vennoot [een vennoot] dat Griend bewust informatie achterhoudt over een bod dat gegadigde [de gegadigde] voorafgaand aan de vergadering zou hebben gedaan. [de enig bestuurder van Griend], die op diezelfde vergadering wel de mededeling heeft gedaan dat twee keer een telefonisch bod is uitgebracht, heeft deze beschuldiging later in een brief van 26 mei 2005 aan de PC categorisch ontkend. Hij maakt in deze brief melding van het bedoelde bod en voegt daaraan toe dat de bewuste brief pas op 25 april om circa 14.20 uur in de brievenbus van Sportlaan 6 te Terschelling West is gedeponeerd. Hij vervolgt: "Tijdens de onlangs gehouden jaarvergadering is gebleken dat de heer [de vennoot], participant in de CV Polar Snow op de hoogte was van dit bod en tevens van deze brief (...) De beherend vennoot, in de persoon van [de enig bestuurder van Griend] wist van niets en werd bovendien nog eens uitgemaakt voor leugenaar".
De conclusie moet ook hier luiden dat Polar Snow c.s. hun stellingen niet aannemelijk hebben gemaakt.
Ad (d)
12.4 Voor zover het bestreden besluit is gebaseerd op veronderstelde belangenverstrengeling, geldt het volgende: dat Griend een zelfstandig belang bij de koop van het schip had, lag in de constructie van de vennootschap besloten (de prospectus spreekt zelfs over een eerste kooprecht van de beherend vennoot) en is als argument zonder waarde. Evenmin valt in te zien dat het enkele feit dat de moeder van [de enig bestuurder van Griend] zich met de opstelling van de jaarcijfers heeft beziggehouden, als een tegenstrijdig belang kan worden beschouwd dat opzegging van de overeenkomst rechtvaardigt. Dat daardoor kosten zijn bespaard, is immers niet weersproken, en juist de moeder van [de enig bestuurder van Griend] - mét Polar Snow c.s. - heeft onderstreept dat de door haar opgestelde stukken zouden moeten worden gecontroleerd als bedoeld in artikel 2:393 BW. Voor het overige is aan deze opzeggingsgrond evenmin enige onderbouwing verschaft.
13. Hiermee zijn ook de stellingen van Polar Snow c.s. - die als gezegd voor het overige niet worden onderbouwd - deugdelijk weersproken, zodat het hof Polar Snow c.s. voorshands niet in hun stellingen kan volgen.
14. De grieven II en A slagen dus.
Met betrekking tot grief IV
15. Deze grief betreft slechts de uit de toewijzing voortvloeiende kostenveroordelingen en ontbeert een zelfstandig belang.
Met betrekking tot het door de CV in eerste instantie voor het overige gevoerde verweer
16. De positieve zijde van de devolutieve werking van het hoger beroep brengt mee dat in eerste aanleg door de CV in de zaak met nummer 0500504 aan de orde gestelde, maar buiten behandeling gebleven stellingen en weren, alsnog ambtshalve door het hof moeten worden behandeld.
17. Polar Snow c.s. hebben betoogd dat zelfs een opzegging van de overeenkomst met een beherend vennoot zonder reden geoorloofd is en - zo begrijpt het hof het verweer - dat de opzegging om die reden slechts kan worden geschorst indien deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dergelijke marginale toetsing kan volgens Polar Snow c.s. in deze zaak niet tot toewijzing van de vordering van Griend leiden.
18. Het hof verwerpt dit verweer, nu in de akte van de CV een limitatieve opsomming is gegeven van de opzeggingsgronden. Gegeven het op twee van die gronden gebaseerde besluit, ligt het - het zij herhaald - op de weg van Polar Snow c.s. aannemelijk te maken dat de daartoe aangevoerde argumenten deze beslissing konden dragen. Bij de behandeling van grief II heeft het hof al overwogen dat Polar Snow c.s. daarin niet zijn geslaagd.
De slotsom
19. Het vonnis waarvan beroep dient te worden vernietigd. In eerstgenoemde zaak zal de voorziening worden geweigerd, met veroordeling van Polar Snow c.s. als de in het ongelijk gestelde partijen in de kosten van het geding in beide instanties. In laatstgenoemde zaak zal de vordering op de hierna te vermelden wijze worden toegewezen, met veroordeling van de CV in de proceskosten.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover dat tussen partijen in appel is gewezen en opnieuw rechtdoende:
In de zaak onder nummer 0500503
weigert de gevraagde voorziening;
veroordeelt Polar Snow c.s. in de kosten van het geding in beide instanties en begroot die tot aan deze uitspraak aan de zijde van Griend:
in eerste aanleg op Euro 315,93 aan verschotten en op Euro 816,= aan salaris voor de procureur,
in hoger beroep op Euro 362,93 aan verschotten en Euro 2.682,= aan salaris voor de procureur;
verklaart dit arrest in deze zaak ten aanzien van de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
In de zaak onder nummer 0500504
Bepaalt dat aan het in de vennotenvergadering van 12 september 2005 genomen besluit tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst met Griend als beherend vennoot alsook de benoeming van Vectis Shipping B.V. i.o. tot beherend vennoot van de CV geen effect toekomt totdat daarover bij arbitrale uitspraak zal zijn beslist;
veroordeelt Polar Snow in de kosten van het geding in beide instanties en begroot die tot aan deze uitspraak aan de zijde van Griend:
in eerste aanleg op Euro 315,93 aan verschotten en Euro 816,= aan salaris voor de procureur,
in hoger beroep op Euro 362,93 aan verschotten en Euro 894,= aan salaris voor de procureur;
verklaart dit arrest in deze zaak uitvoerbaar bij voorraad;
Aldus gewezen door mrs Streppel, voorzitter, Zandbergen en Overtoom, raden, en uitgesproken door mr Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Haites-Verbeek als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 8 maart 2006.