ECLI:NL:GHLEE:2006:AV3975
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Huiskes
- F.J.W. Drion
- G.M. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op vergoedingen voor medische proeven en de rechtmatigheid van opgelegde boetes
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de belastingheffing over vergoedingen die belanghebbende heeft ontvangen voor deelname aan medische proeven centraal. De belanghebbende, geboren op 11 april 1952 en ongehuwd, ontving in de jaren 1999, 2000 en 2001 vergoedingen van verschillende farmaceutische bedrijven. De Belastingdienst legde navorderingsaanslagen en vergrijpboetes op, waartegen de belanghebbende bezwaar maakte. Het bezwaar werd afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het hof.
Tijdens de zitting op 21 november 2005 werd de zaak behandeld, waarbij de inspecteur een pleitnota overhandigde. Het hof oordeelde dat de vergoedingen als inkomsten uit arbeid moeten worden aangemerkt, gebaseerd op een eerder arrest van de Hoge Raad. De belanghebbende had moeten weten dat deze vergoedingen belast waren, gezien de informatie die hij had ontvangen van de farmaceutische bedrijven. Het hof oordeelde dat de opgelegde boetes van 50 procent terecht waren, omdat de belanghebbende opzettelijk te lage bedragen had opgegeven.
Het hof verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op 8 maart 2006 aangetekend verzonden aan beide partijen. De beslissing van het hof bevestigt de verplichting van de belanghebbende om de ontvangen vergoedingen op te geven als belastbare inkomsten en de rechtmatigheid van de opgelegde boetes.