Beschikking d.d. 15 februari 2006
Rekestnummer 0400295
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Beschikking in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats man],
appellant,
hierna te noemen: de man,
procureur mr B.G. Kooi,
[de vrouw],
wonende te [woonplaats vrouw],
geïntimeerde,
hierna te noemen: de vrouw,
toevoeging,
procureur mr Th. Kremers.
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 19 mei 2004 heeft de rechtbank te Leeuwarden de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige], geboren [in] 2002, met ingang van 1 januari 2003 bepaald op euro 300,- per maand.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 19 augustus 2004, heeft de man verzocht de beschikking van 19 mei 2004 te vernietigen en opnieuw beslissende te bepalen dat de door de vrouw bij inleidend verzoekschrift gevraagde onderhoudsbijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van voornoemde minderjarige wordt afgewezen, althans wordt vastgesteld op nihil, althans op een bijdrage die het hof juist acht en met ingang van een datum die het hof juist acht.
Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 20 september 2004, heeft de vrouw het verzoek bestreden en verzocht de man niet ontvankelijk te verklaren in zijn beroep althans het hoger beroep van de man ongegrond te verklaren met bekrachtiging van de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken, waaronder de door mr Kooi op 22 oktober 2004 in depot gegeven boekhouding.
Ter zitting van 14 december 2004 is de zaak behandeld.
De beoordeling
Overzicht
1. Partijen hebben een relatie gehad. Uit deze relatie is [in] 2002 voornoemde [minderjarige] geboren. De vrouw heeft het gezag over [de minderjarige]. De man heeft [de minderjarige] erkend. Partijen zijn op 30 november 2001 uit elkaar gegaan. De vrouw heeft bij inleidend verzoekschrift van 30 juni 2003 verzocht om de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige] met ingang van 29 april 2002 vast te stellen op euro 300,- per maand. Hierover is beslist bij de beschikking waarvan beroep.
De geschilpunten
2. De geschilpunten tussen partijen betreffen:
- de ingangsdatum van de eventuele alimentatie;
- de behoefte van [de minderjarige];
- de draagkracht van de man op het punt van zijn inkomen;
- overige geschilpunten over de draagkracht van de man;
- het aandeel van partijen in de kosten van [de minderjarige].
De ingangsdatum van de eventuele alimentatie
3. Partijen zijn verdeeld over de ingangsdatum van de eventuele door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige].
4. Ingevolge het bepaalde in artikel 1:402 lid 1 BW is de rechter voor wat betreft de vaststelling van de ingangsdatum van de alimentatie in beginsel vrij.
5. Het hof acht het redelijk de ingangsdatum van de eventuele betalingsverplichting van de man te bepalen op 1 januari 2003. Het hof overweegt hiertoe dat niet is weersproken dat partijen vanaf november 2002 hebben gecorrespondeerd over een eventuele door de man te betalen bijdrage ten behoeve van [de minderjarige], zodat de man sedert november 2002 rekening heeft kunnen en moeten houden met de mogelijkheid dat er een bijdrage voor [de minderjarige] zou worden vastgesteld en voorts dat de vrouw heeft aangegeven zich te kunnen vinden in een ingangsdatum van 1 januari 2003.
De behoefte van [de minderjarige]
6. Tussen partijen is niet in geschil dat de behoefte van [de minderjarige] euro 620,- per maand bedraagt indien wordt uitgegaan van de beide inkomens van partijen.
7. Partijen verschillen evenwel van mening over het antwoord op de vraag of voor de behoefte van [de minderjarige] alleen het inkomen van de vrouw bepalend is dan wel het inkomen van beide partijen.
8. Volgens de Tremanormen dient de behoefte van het kind te worden afgeleid uit de CBS-Nibud tabel met betrekking tot het eigen aandeel in de kosten van kinderen.
9. Bij de toepassing van deze tabel geldt onder meer als maatstaf het gezinsinkomen tijdens de laatste jaren van het huwelijk/de relatie van partijen.
10. Met gezinsinkomen wordt bedoeld het netto besteedbaar inkomen van partijen tijdens het huwelijk/de relatie. Voor zover het gezinsinkomen door beide ouders werd verdiend moeten beide netto inkomens bij elkaar worden opgeteld.
11. Aan het uitgangspunt dat het gezinsinkomen de maatstaf moet zijn bij het hanteren van de tabel ligt de gedachte ten grondslag dat een kind in beginsel niet slechter af mag zijn na en door het uiteengaan van zijn ouders.
12. Deze gedachte is ook in overeenstemming met de het uitgangspunt dat ten grondslag ligt aan het wettelijk systeem, namelijk dat zowel de vader als de moeder moet bijdragen aan de verzorging en opvoeding van een kind.
13. Het hof leidt hieruit af dat het kind na het uiteengaan van zijn ouders in beginsel in materieel opzicht zoveel mogelijk dient te worden gebracht in de situatie als ware zijn ouders niet uit elkaar gegaan.
14. Deze fictie brengt volgens het hof mee dat, anders dan de man stelt, het feit dat partijen niet meer samenwoonden ten tijde van de geboorte van [de minderjarige], niet relevant is voor het bepalen van de behoefte van [de minderjarige].
15. Dit geldt naar het oordeel van het hof temeer, indien het, zoals in deze zaak, gaat om een eerste alimentatievaststelling.
16. Gelet op het voorgaande acht het hof het redelijk om de behoefte van [de minderjarige] te bepalen aan de hand van de inkomens van beide partijen, ook nu partijen reeds vóór de geboorte van [de minderjarige] uit elkaar zijn gegaan.
17. De behoefte van [de minderjarige] wordt derhalve vastgesteld op euro 620,- per maand.
Het inkomen van de man c.q. de winst uit onderneming
18. Tussen partijen is in geschil welke winst uit onderneming bij de berekening van de draagkracht van de man tot uitgangspunt dient te worden genomen.
19. Uit de stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de man een kleine zelfstandige is, zonder personeel, die alle voorkomende werkzaamheden zelf verricht, zowel de werkzaamheden van een AA-accountant als ook secretariële werkzaamheden. Voorts is gebleken dat de man voor eerstgenoemde werkzaamheden een hoger uurtarief hanteert dan voor de laatstgenoemde werkzaamheden en dat het hoge uurtarief thans euro 61,- bedraagt. De man heeft de stelling van de vrouw ter zitting dat de man 40 declarabele uren per week werkt niet of onvoldoende weersproken, zodat het hof zal uitgaan van de juistheid daarvan.
20. Het hof acht het in de onderhavige situatie redelijk om uit te gaan van een uurtarief van gemiddeld euro 55,-. De vrouw heeft weliswaar aangevoerd, dat dit tarief hoger is, maar dit onvoldoende aannemelijk gemaakt. Uitgaande van 46 werkweken per jaar en van 40 declarabele uren per week, heeft de man een omzet van euro 101.200,- per jaar.
21. Bij dit bedrag aan omzet schat het hof in redelijkheid de directe en indirecte kosten op euro 15.000,- per jaar, gelet op hetgeen daaromtrent in de jaarrekening is vermeld. Zo bezien bedraagt de winst uit onderneming van de man euro 86.200,- per jaar.
Overige geschilpunten
22. Conform de tremarichtlijnen, zal rekening worden gehouden met de fiscale oudedagsreserve (fordotatie), zowel bij de berekening van het netto besteedbaar inkomen van de man (het brutotraject) als aan de lastenkant.
23. Er zal rekening worden gehouden met het feit dat de man, zoals ter zitting is gebleken, met ingang van 1 november 2003 tot 1 december 2004 heeft samengewoond met een partner die volledig in eigen levensonderhoud kon voorzien. Derhalve zal het hof, zoals te doen gebruikelijk, in de periode dat de man met deze partner heeft samengewoond de helft van de hypotheekrente en de eventuele overige woonlasten, zoals het forfait overige eigenaarslasten, in de draagkrachtberekening betrekken, zowel in het brutotraject als aan de lastenkant.
24. Uit de stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de man tot 1 januari 2004 WAZ-premie diende te betalen. Deze premie bedroeg, uitgaande van voormeld inkomen van de man, euro 185,- per maand. Voorts is gebleken dat de man daarnaast tot 1 juli 2004 een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering bij Centraal Beheer had waarvoor hij een bedrag van euro 167,08 per maand aan premie diende te voldoen en dat de premie voor deze verzekering met ingang van 1 juli 2004 -na het afschaffen van de WAZ- is verhoogd tot euro 248,- per maand.
25. Gelet op het voorgaande acht het hof het redelijk om met ingang van 1 januari 2003 tot 1 januari 2004 rekening te houden met euro 183,- per maand aan WAZ-premie en met euro 167,- aan premie voor de aanvullende verzekering, voorts met ingang van 1 januari 2004 tot 1 juli 2004 met euro 167,- en met ingang van 1 juli 2004 met euro 248,- per maand aan premie voor de (aanvullende) verzekering. Het hof merkt daarbij op dat de WAZ weliswaar met ingang van 1 juli 2004 is afgeschaft en dat met ingang van 1 januari 2004 daarvoor geen premie meer verschuldigd is, maar dat de wetgever er daarbij vanuit is gegaan dat de zelfstandige ondernemer zich (aanvullend) zal verzekeren tegen het risico en de gevolgen van arbeidsongeschiktheid, hetgeen de man ook heeft gedaan.
26. De man heeft de stelling van de vrouw dat voor wat betreft de ziektekosten van de man rekening dient te worden gehouden met een bedrag van euro 72,70 per maand, namelijk euro 48,50 plus euro 45,20 minus de nominale premie, niet weersproken. Het hof zal derhalve uitgaan van de juistheid van die stelling en in de berekening een bedrag van afgerond euro 73,- per maand aan ziektekosten meenemen.
27. Met de premie voor de levensverzekering bij Robeco zal evenwel geen rekening worden gehouden. De man heeft ter zitting verklaard dat deze voorziening een aanvulling op zijn pensioen betreft. Bij betaling van een dergelijke premie is sprake van vermogensvorming. Met kosten voor vermogensvorming wordt bij de berekening van de draagkracht slechts rekening gehouden indien de redelijkheid dat gebiedt. Nu zoals hiervoor is overwogen, reeds rekening wordt gehouden met de fordotatie en in zoverre dus reeds wordt voorzien in het pensioen van de man acht het hof het niet redelijk de kosten van vermogensvorming van de man in draagkrachtberekening te betrekken.
28. Er zal evenmin rekening worden gehouden met de door man opgevoerde verwervingskosten, daar de man, naar het oordeel van het hof, hiervoor voldoende wordt gecompenseerd door de autokostenvergoeding die hij hiervoor ontvangt.
29. Voorts zal rekening worden gehouden met een bedrag van euro 50,- per maand voor de aflossing op de studieschuld van de man. Aan de stelling van de vrouw dat de man zijn studieschuld had kunnen aflossen met zijn vermogen, zal worden voorbij gegaan, nu de vrouw deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd.
30. Uit hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de samenwoning van de man en de arbeidsongeschiktheidsverzekering vloeit voort dat er bij de berekening van de draagkracht van de man verschillende periodes moeten worde onderscheiden. De zelfstandigenaftrek zal worden aangepast aan de bedragen die golden in de periodes waar deze berekeningen betrekking op hebben. Evenzo zullen de tarieven van de betreffende periodes worden toegepast.
Vaststelling van de alimentatie
31. Gelet op het vorenstaande en voorts uitgaande van de overige niet betwiste gegevens, waaronder die in de beschikking waarvan beroep, wordt de draagkracht van de man berekend als volgt.
* met ingang van 1 januari 2003 tot 1 november 2003
Berekening inkomsten belasting:
Bedrijfsresultaat: euro 86.200
Invest en scholingsaftrek: euro 813-
Fiscale oudedagsreserve: euro 2.883-
Winst uit onderneming: euro 82.504
Zelfstandigenaftrek: euro 3.119-
Belastbare winst uit onderneming: euro 79.385
Premie WAZ: euro 2.196-
Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1): euro 77.189
- euro 5.265 schijf 33,15%
- euro 5.011 schijf 38,65%
- euro 8.657 schijf 42%
- euro 14.416 schijf 52%
Inkomstenbelasting box 1: euro 33.349
Heffingskorting (alg+arb): euro 2.870-
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 30.479
Berekening besteedbaar inkomen:
Winst uit onderneming: euro 86.200
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 30.479-
Besteedbaar inkomen per jaar: euro 55.721
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.643
Berekening draagkrachtruimte:
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.643
Bijstandsnorm (2003-2): euro 797
Ziektekosten: euro 73+
Premie WAZ + aanv. verz: euro 350+
Aflossing schulden: euro 50+
Fordotatie: euro 241+
Draagkrachtloos inkomen: euro 1.511-
Draagkrachtruimte: euro 3.132
Van de draagkrachtruimte is 60%, derhalve afgerond euro 1.879,- per maand beschikbaar voor alimentatie. De man is derhalve in staat om met ingang van 1 januari 2003 tot 1 november 2003 de in de beschikking waarvan beroep vastgestelde bijdrage ten behoeve van [de minderjarige] te voldoen.
* met ingang van 1 november 2003 tot 1 januari 2004
Berekening inkomsten belasting:
Bedrijfsresultaat: euro 86.200
Invest en scholingsaftrek: euro 813-
Fiscale oudedagsreserve: euro 2.883-
Winst uit onderneming: euro 82.504
Zelfstandigenaftrek: euro 3.119-
Belastbare winst uit onderneming: euro 79.385
Rente en kosten hypotheek: euro 3.000
Eigenwoningforfait: euro 548-
Belastbare inkomsten eigen woning: euro 2.452-
Premie WAZ: euro 2.196-
Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1): euro 74.737
- euro 5.265 schijf 33,15%
- euro 5.011 schijf 38,65%
- euro 8.657 schijf 42%
- euro 13.141 schijf 52%
Inkomstenbelasting box 1: euro 32.074
Heffingskorting (alg+arb): euro 2.870-
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 29.204
Berekening besteedbaar inkomen:
Winst uit onderneming: euro 86.200
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 29.204-
Besteedbaar inkomen per jaar: euro 56.996
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.750
Berekening draagkrachtruimte:
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.750
Bijstandsnorm (2003-2): euro 797
Hypotheekrente: euro 250
Forfait overige eigenaarslasten: euro 48+
Ondergrens huursubsidie: euro 176-
Totaal woonlasten: euro 122+
Ziektekosten: euro 73+
Premie WAZ + aanv. verz: euro 350+
Aflossing schulden: euro 50+
Fordotatie: euro 241+
Draagkrachtloos inkomen: euro 1.633-
Draagkrachtruimte: euro 3.117
Van de draagkrachtruimte is 60%, derhalve afgerond euro 1.870,- per maand beschikbaar voor alimentatie. De man is derhalve in staat om met ingang van 1 november 2003 tot 1 januari 2004 de in de beschikking waarvan beroep vastgestelde bijdrage ten behoeve van [de minderjarige] te voldoen.
* met ingang van 1 januari 2004 tot 1 juli 2004
Berekening inkomsten belasting:
Bedrijfsresultaat: euro 86.200
Invest en scholingsaftrek: euro 813-
Fiscale oudedagsreserve: euro 2.883-
Winst uit onderneming: euro 82.504
Zelfstandigenaftrek: euro 3.194-
Belastbare winst uit onderneming: euro 79.310
Rente en kosten hypotheek: euro 3.000
Eigenwoningforfait: euro 548-
Belastbare inkomsten eigen woning: euro 2.452-
Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1): euro 76.858
- euro 5.432 schijf 33,4%
- euro 5.357 schijf 40,35%
- euro 8.865 schijf 42%
- euro 13.627 schijf 52%
Inkomstenbelasting box 1: euro 33.281
Heffingskorting (alg+arb): euro 3.038-
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 30.243
Berekening besteedbaar inkomen:
Winst uit onderneming: euro 86.200
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 30.243-
Besteedbaar inkomen per jaar: euro 55.957
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.663
Berekening draagkrachtruimte:
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.663
Bijstandsnorm (2004-1): euro 810
Hypotheekrente: euro 250
Forfait overige eigenaarslasten: euro 48+
Ondergrens huursubsidie: euro 176-
Totaal woonlasten: euro 122+
Ziektekosten: euro 73+
Premie ao verzekering: euro 167+
Aflossing schulden: euro 50+
Fordotatie: euro 241+
Draagkrachtloos inkomen: euro 1.463-
Draagkrachtruimte: euro 3.200
Van de draagkrachtruimte is 60%, derhalve afgerond euro 1.920,- per maand beschikbaar voor alimentatie. De man is derhalve in staat om met ingang van 1 januari 2004 tot 1 juli 2004 de in de beschikking waarvan beroep vastgestelde bijdrage ten behoeve van [de minderjarige] te voldoen.
* met ingang van 1 juli 2004 tot 1 december 2004
Berekening inkomsten belasting:
Bedrijfsresultaat: euro 86.200
Invest en scholingsaftrek: euro 813-
Fiscale oudedagsreserve: euro 2.883-
Winst uit onderneming: euro 82.504
Zelfstandigenaftrek: euro 3.194-
Belastbare winst uit onderneming: euro 79.310
Rente en kosten hypotheek: euro 3.000
Eigenwoningforfait: euro 548-
Belastbare inkomsten eigen woning: euro 2.452-
Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1): euro 76.858
- euro 5.432 schijf 33,4%
- euro 5.357 schijf 40,35%
- euro 8.865 schijf 42%
- euro 13.627 schijf 52%
Inkomstenbelasting box 1: euro 33.281
Heffingskorting (alg+arb): euro 3.038-
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 30.243
Berekening besteedbaar inkomen:
Winst uit onderneming: euro 86.200
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 30.243-
Besteedbaar inkomen per jaar: euro 55.957
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.663
Berekening draagkrachtruimte:
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.663
Bijstandsnorm (2004-2): euro 806
Hypotheekrente: euro 250
Forfait overige eigenaarslasten: euro 48+
Ondergrens huursubsidie: euro 192-
Totaal woonlasten: euro 106+
Ziektekosten: euro 73+
Premie ao verzekering: euro 248+
Aflossing schulden: euro 50+
Fordotatie: euro 241+
Draagkrachtloos inkomen: euro 1.524-
Draagkrachtruimte: euro 3.139
Van de draagkrachtruimte is 60%, derhalve afgerond euro 1.883,- per maand beschikbaar voor alimentatie. De man is derhalve in staat om met ingang van 1 juli 2004 tot 1 december 2004 de in de beschikking waarvan beroep vastgestelde bijdrage ten behoeve van [de minderjarige] te voldoen.
* met ingang van 1 december 2004
Berekening inkomsten belasting:
Bedrijfsresultaat: euro 86.200
Invest en scholingsaftrek: euro 813-
Fiscale oudedagsreserve: euro 2.883-
Winst uit onderneming: euro 82.504
Zelfstandigenaftrek: euro 3.194-
Belastbare winst uit onderneming: euro 79.310
Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1): euro 79.310
- euro 5.432 schijf 33,4%
- euro 5.357 schijf 40,35%
- euro 8.865 schijf 42%
- euro 14.902 schijf 52%
Inkomstenbelasting box 1: euro 34.556
Heffingskorting (alg+arb): euro 3.038-
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 31.518
Berekening besteedbaar inkomen:
Winst uit onderneming: euro 86.200
Totaal aan inkomstenbelasting: euro 31.518-
Besteedbaar inkomen per jaar: euro 54.682
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.557
Berekening draagkrachtruimte:
Besteedbaar inkomen per maand: euro 4.557
Bijstandsnorm (2004-2): euro 806
Ziektekosten: euro 73+
Premie ao verzekering: euro 248+
Aflossing schulden: euro 50+
Fordotatie: euro 241+
Draagkrachtloos inkomen: euro 1.418-
Draagkrachtruimte: euro 3.139
Van de draagkrachtruimte is 60%, derhalve afgerond euro 1.883,- per maand beschikbaar voor alimentatie. De man is derhalve in staat om met ingang van 1 december 2004 de in de beschikking waarvan beroep vastgestelde bijdrage ten behoeve van [de minderjarige] te voldoen.
Het aandeel van partijen in de kosten van [de minderjarige]
32. Gelet op de omstandigheid dat de man blijkens de hiervoor weergegeven
draagkrachtberekeningen de in de beschikking waarvan beroep vastgestelde bijdrage ad euro 300,- per maand kan betalen en nu uit de draagkrachtberekening van de vrouw d.d. 20 september 2004, die de man niet heeft weersproken, niet blijkt dat de draagkracht van de vrouw meer bedraagt dan de resterende behoefte van het kind per maand, zal voormelde bijdrage aan de man worden opgelegd en behoeft de draagkracht van de vrouw geen verdere behandeling.
Slotsom
33. Op grond van het voorgaande dient de beschikking waarvan beroep te worden vernietigd. Er zal opnieuw worden beslist als na te melden.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt de beschikking waarvan beroep.
Aldus gegeven door mrs Boon, voorzitter, Wachter en Bunjes, raden, en uitgesproken door mr. Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Haites-Verbeek als griffier ter openbare terechtzitting van het hof van woensdag 15 februari 2006.