ECLI:NL:GHLEE:2006:AW1355
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. Drion
- mr. Van Westen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie-volksverzekeringen 2001 met betrekking tot loonheffing
In deze zaak is in geschil of een bedrag van € 18.015,- aan loonbelasting als voorheffing op de belasting ter zake van het belastbaar inkomen uit werk en woning in aanmerking kan worden genomen. De belanghebbende werd in de inkomstenbelasting/premie-volksverzekeringen voor het jaar 2001 aangeslagen naar een belastbaar inkomen van € 10.345,- zonder rekening te houden met ingehouden loonbelasting. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de inspecteur het belastbaar inkomen vastgesteld op negatief € 5.938,-. De belanghebbende heeft hiertegen beroep aangetekend.
De feiten tonen aan dat de belanghebbende in dienst was bij B BV en later aandelen in D BV verwierf, welke vennootschap zijn naam wijzigde in E BV. Er werden managementovereenkomsten gesloten tussen B BV, de belanghebbende en E BV, waarbij B BV managementvergoedingen aan E BV zou betalen. De inspecteur heeft de loonheffing van € 18.015,- niet als voorheffing geaccepteerd, wat leidde tot het geschil.
De belanghebbende stelt dat de ontvangen bedragen moeten worden aangemerkt als netto vergoeding uit hoofde van een dienstbetrekking en dat de loonheffing derhalve is ingehouden. De inspecteur betwist dit en stelt dat er geen sprake was van een bruto overeengekomen salaris en dat de belanghebbende wist dat er geen inhouding had plaatsgevonden. Het hof oordeelt dat de inspecteur terecht heeft aangenomen dat het bedrag van € 18.015,- niet kan worden aangemerkt als geheven loonbelasting. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.