ECLI:NL:GHLEE:2006:AW3784

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
600060
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • J. Kuiper
  • A. Zuidema
  • H. Hidma
  • M. Mollema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afspraken omtrent psychologisch onderzoek van minderjarige in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, zijn partijen in hoger beroep gekomen tegen een kort geding vonnis van de rechtbank Leeuwarden. Het hof heeft op 22 maart 2006 een arrest uitgesproken waarin afspraken zijn vastgelegd die partijen hebben gemaakt over een psychologisch onderzoek van hun dochter. De afspraken zijn als volgt: partijen zullen de kinderarts, verbonden aan het Diaconessenhuis te Meppel, verzoeken om hun dochter door te verwijzen naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) te Utrecht. Daar zal zij worden onderzocht door een door de kinderarts aangezochte kinderpsycholoog. Tevens is overeengekomen dat de kinderpsycholoog naar eigen inzicht de benodigde inlichtingen zal inwinnen en dat partijen zonder voorwaarden zullen meewerken aan het onderzoek.

Het hof heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van uiterlijk 26 april 2006 voor arrest. De beslissing van het hof is genomen na een pleidooi waarbij beide partijen hun zaak hebben bepleit met de hulp van hun advocaten. De uitspraak is gedaan in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was. Het hof heeft de afspraken die tijdens het pleidooi zijn gemaakt, in het arrest vastgelegd, wat de rechtsgang en de zorg voor de minderjarige ten goede moet komen. De zaak is van belang voor de betrokken partijen, maar ook voor de rechtspraktijk, omdat het de rol van psychologisch onderzoek in geschillen over de zorg voor minderjarigen benadrukt.

Uitspraak

Arrest d.d. 22 maart 2006
Rolnummer 0600060
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats appellant],
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [appellant],
procureur: mr A. Jeulink, die ook heeft gepleit,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats geïntimeerde],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
procureur: mr J.V. van Ophem,
voor wie gepleit heeft mr C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt, advocaat te Utrecht.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het kort geding vonnis uitgesproken op 22 december 2005 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden (hierna: de voorzieningenrechter).
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 18 januari 2006, tevens houdende de grieven, is door [appellant] hoger beroep ingesteld van genoemd kort geding vonnis met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 1 februari 2006.
[geïntimeerde] heeft bij memorie van antwoord verweer gevoerd.
Partijen hebben hun zaak doen bepleiten onder overlegging van pleitnota's door hun advocaten.
Tijdens het pleidooi hebben partijen afspraken gemaakt omtrent een onderzoek van hun dochter [de dochter] door een kinderpsycholoog, welke afspraak door het hof in dit arrest zal worden vastgelegd. Het arrest is bepaald op heden.
De beoordeling
1. Partijen hebben tijdens het gehouden pleidooi afspraken gemaakt omtrent een psychologisch onderzoek van hun dochter [de dochter]. Het hof ziet aanleiding die afspraken in dit arrest vast te leggen.
2. De inhoud van de afspraken luidt als volgt:
- Partijen zullen de kinderarts [de kinderarts], verbonden aan het Diaconessenhuis te Meppel, verzoeken hun dochter [de dochter] door te verwijzen naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) te Utrecht, teneinde haar door een door dokter [de kinderarts] aangezochte kinderpsycholoog, verbonden aan het WKZ, te laten onderzoeken;
- Partijen gaan ermee akkoord dat de aangewezen kinderpsycholoog naar eigen inzicht de door hem/haar gewenste inlichtingen inwint;
- Partijen zeggen toe zonder voorwaarden mee te werken aan het onderzoek door de kinderpsycholoog.
3. De zaak zal worden verwezen naar de rolzitting van uiterlijk 26 april 2006 voor arrest. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
De beslissing
Het gerechtshof:
alvorens verder te beslissen;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 26 april 2006 voor arrest.
Aldus gewezen door mrs Kuiper, voorzitter, Zuidema en Hidma, raden, en uitgesproken door mr Mollema, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Mellink als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 22 maart 2006.