ECLI:NL:GHLEE:2006:AX8468
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.S. Pruiksma
- K. van der Leij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gemeentelijke belastingen en toeristenbelasting door X V.O.F. tegen gemeente Schiermonnikoog
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Leeuwarden op 9 juni 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van X V.O.F. tegen de gemeente Schiermonnikoog. Het geschil betreft de hoogte van verschillende gemeentelijke belastingen, waaronder onroerende-zaakbelastingen, toeristenbelasting en afvalstoffenheffing, die aan belanghebbende zijn opgelegd voor het jaar 2002. De aanslagen omvatten onder andere onroerende-zaakbelastingen van € 2.255,52 voor het eigenarendeel en € 1.829,28 voor het gebruikersdeel, alsook een aanslag afvalstoffenheffing van € 227,88 en een toeristenbelasting van € 8.455,98. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de heffingsambtenaar heeft deze bezwaren verworpen.
Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij het hof, waarbij zij concludeert tot gegrondverklaring van het beroep en verlaging van de aanslagen. De heffingsambtenaar heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de waarde van het onroerend goed en de toepassing van de relevante belastingverordeningen door de gemeente Schiermonnikoog.
Het hof heeft geoordeeld dat de aanslagen onroerende-zaakbelastingen terecht zijn opgelegd, aangezien het onroerend goed in hoofdzaak als niet-woning kan worden aangemerkt. De stelling van belanghebbende dat zij geen gebruik maakt van de gemeentelijke huisvuilophaaldienst, omdat zij beschikt over een bedrijfscontainer, werd door het hof verworpen. De aanslag afvalstoffenheffing werd eveneens als terecht beoordeeld. Echter, het hof heeft het beroep voor wat betreft de aanslag toeristenbelasting gegrond verklaard en deze verminderd tot € 6.800. De gemeente Schiermonnikoog werd veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 644, en moest het betaalde griffierecht van € 273 vergoeden.