ECLI:NL:GHLEE:2006:AY5846
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.M. van der Meer
- K. de Jong-Braaksma
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en onregelmatigheidvergoeding in geschil tussen vennootschap onder firma en inspecteur
In deze zaak, uitgesproken op 4 augustus 2006 door het Gerechtshof te Leeuwarden, staat de vraag centraal of de inspecteur terecht de onregelmatigheidvergoeding heeft betrokken in de naheffingsaanslag omzetbelasting aan de vennootschap onder firma X. De naheffingsaanslag betreft het tijdvak van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2002 en bedraagt € 1.790,-, met een boete van 10% en heffingsrente. De vennootschap, vertegenwoordigd door de heer A, heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, waarbij de inspecteur, vertegenwoordigd door de heer B, het bezwaar heeft afgewezen. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 juni 2006.
De vennootschap onder firma X, opgericht in 1995 door de heer C en mevrouw D, is actief in de distributie van kranten. Mevrouw D ontvangt een onregelmatigheidvergoeding van E, die zij altijd heeft aangegeven als inkomsten uit arbeid. De inspecteur stelt dat deze vergoeding in de omzetbelasting van de vennootschap moet worden betrokken, omdat deze vergoeding voortvloeit uit de economische activiteiten van de vennootschap. De vennootschap betwist dit en stelt dat de vergoeding buiten de omzetbelasting moet blijven.
Daarnaast is er een geschil over de bijtelling van het privégebruik van een Seat Ibiza, die op de balans van de vennootschap staat. De vennootschap stelt dat er minder dan 400 kilometer privé is gereden, terwijl de inspecteur dit ontkent. Het hof oordeelt dat de onregelmatigheidvergoeding als belaste vergoeding moet worden aangemerkt en dat de bijtelling voor privégebruik van de auto terecht is toegepast. Het hof verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.