ECLI:NL:GHLEE:2006:AY8038
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Huiskes
- K. de Jong-Braaksma
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van het Gerechtshof in belastingzaak betreffende dwangbevel en uitstel van betaling
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de onbevoegdheid van het hof centraal in het kader van een belastinggeschil. De belanghebbende, aangeduid als X, had een beroepschrift ingediend tegen de weigering van de Ontvanger van de Belastingdienst om een besluit te nemen over een dwangbevel dat was opgelegd voor de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 1998. De zaak is ontstaan na een brief van 20 februari 2004 waarin de belanghebbende op de hoogte werd gesteld van het verval van een verleend uitstel van betaling. De Ontvanger had op 2 april 2004 een dwangbevel tot betaling betekend, wat leidde tot de juridische stappen van de belanghebbende.
De mondelinge behandeling vond plaats op verschillende data, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende en de vertegenwoordiger van de Ontvanger aanwezig waren. Tijdens de zitting op 14 oktober 2005 werd een verzoek tot wraking ingediend tegen de behandelend raadsheer, mr. J. Huiskes, wat door het hof werd afgewezen. Het hof oordeelde dat het onbevoegd was om van het geschil kennis te nemen, aangezien de zaak volgens artikel 17 van de Invorderingswet 1990 een aangelegenheid van de burgerlijke rechter is. Dit betekent dat de burgerlijke rechter moet onderzoeken of er onrechtmatig is gehandeld door de betrokken overheidsinstantie.
De beslissing van het hof was dat het zich onbevoegd verklaarde, en er werden geen proceskosten toegewezen. De uitspraak werd op 8 september 2006 gedaan door mr. J. Huiskes, voorzitter, en werd in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. K. de Jong-Braaksma. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de bevoegdheid van het Gerechtshof in belastingzaken verduidelijkt.