ECLI:NL:GHLEE:2006:AY9087
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- J. Kuiper
- A. Breemhaar
- H. Hidma
- M. Mollema
- Rechtspraak.nl
Openbaar vervoer op Schiermonnikoog: vraag naar vergunning en definitie
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, stond de vraag centraal of de door [de firma] aangeboden vorm van personenvervoer op Schiermonnikoog als openbaar vervoer moet worden aangemerkt volgens de Wet personenvervoer 2000 (WP 2000). De voorzieningenrechter had eerder geoordeeld dat [de firma] niet had aangetoond dat zij enkel 'besloten busvervoer' verrichtte, en verbood hen om openbaar personenvervoer aan te bieden met bussen die meer dan acht personen kunnen vervoeren. [de firma] ging in hoger beroep tegen dit vonnis.
Het hof bevestigde dat het busvervoer van [de firma] voor iedereen toegankelijk is, maar oordeelde dat het ook aan de definitie van openbaar vervoer moet voldoen, wat inhoudt dat het vervoer volgens een dienstregeling moet plaatsvinden. Het hof concludeerde dat de bussen van [de firma] inderdaad volgens een dienstregeling rijden, afhankelijk van het vaarschema van de veerboot, en dat dit vervoer dus als openbaar vervoer kan worden gekwalificeerd. Het hof oordeelde dat [de firma] geen concessie heeft voor het verrichten van openbaar vervoer op Schiermonnikoog, wat in strijd is met de WP 2000.
Uiteindelijk vernietigde het hof het eerdere vonnis gedeeltelijk, maar bevestigde het verbod voor [de firma] om openbaar vervoer aan te bieden zonder de juiste vergunning. De kosten in hoger beroep werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor vervoerders om zich aan de wettelijke vereisten te houden en de rol van concessies in het openbaar vervoer.