ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ0406
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. Breemhaar
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over kennelijk onredelijk ontslag en schending van de wederindiensttredingsvoorwaarde
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een ontslagbesluit van [de besloten vennootschap]. [appellant] was sinds 18 maart 1996 in dienst als reiniger/straler en werd per 1 april 2005 ontslagen om bedrijfseconomische redenen. De CWI had toestemming gegeven voor het ontslag, maar met de voorwaarde dat [de besloten vennootschap] binnen 26 weken na de bekendmaking van de toestemming geen werknemer in dienst zou nemen voor het verrichten van werkzaamheden van dezelfde aard, zonder [appellant] de kans te geven zijn vroegere werkzaamheden te hervatten. [appellant] stelde dat zijn ontslag kennelijk onredelijk was en vorderde een schadevergoeding van € 44.951,94.
Het hof oordeelt dat [de besloten vennootschap] in strijd heeft gehandeld met de wederindiensttredingsvoorwaarde door andere werknemers, die korter in dienst waren, een nieuw contract aan te bieden zonder [appellant] de kans te geven om terug te keren. Het hof stelt vast dat [appellant] in april/mei 2005 in staat was om te werken, en dat de werkgever had moeten informeren naar zijn arbeidsmogelijkheden. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en kent [appellant] een schadevergoeding toe van € 4.086,54, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 mei 2005.
De beslissing van het hof houdt in dat de kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. Dit arrest is uitgesproken op 18 oktober 2006 door het Gerechtshof Leeuwarden, waarbij de rechters Mollema, Kuiper en Breemhaar betrokken waren.