ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ2848
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Zuidema
- Kuiper
- Breemhaar
- Mollema
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de gevolgen voor de arbeidsovereenkomst van een statutair bestuurder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 november 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet van [appellant], die als statutair bestuurder werkzaam was bij B.N. Communications B.V. (voorheen Berchtold Nederland B.V.). Het hof overweegt dat het ontbreken van een dringende reden voor ontslag niet betekent dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd, maar dat dit kan leiden tot schadeplichtigheid van de opzeggende partij, zoals vastgelegd in artikel 7:677 BW. Het hof wijst erop dat de appellant niet kan stellen dat het ontslag vernietigbaar is wegens het ontbreken van toestemming van de Regionaal Directeur van de Arbeidsvoorziening, aangezien artikel 6 BBA niet van toepassing is op bestuurders van vennootschappen. Het hof concludeert dat de vordering tot doorbetaling van loon na het ontslag niet toewijsbaar is, omdat de appellant niet heeft aangetoond dat het ontslag onterecht was. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het ontslag op staande voet geldig was en dat de appellant niet geslaagd was in zijn bewijsopdracht. Het hof bekrachtigt de eerdere vonnissen van de rechtbank en verklaart de appellant niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep voor zover gericht tegen het tussenvonnis van 31 oktober 2001 en de afwijzing van zijn huurvordering. De kosten van het geding worden toegewezen aan de zijde van Berchtold.