ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ4250
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.M. van der Meer
- F.J.W. Drion
- J.J.M. Jansen
- Rechtspraak.nl
Recht op ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de vraag centraal of de belanghebbende recht heeft op ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2001. De belanghebbende had een aangifte ingediend met een verzamelinkomen van € 45.967, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar tegen de aanslag niet-ontvankelijk. De belanghebbende ging in beroep, waarbij hij stelde dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. De inspecteur had in vergelijkbare zaken het bezwaar van andere belanghebbenden wel gehonoreerd, wat de belanghebbende als argument aanvoerde voor zijn standpunt.
Tijdens de zitting op 30 januari 2006 werd de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren. Het hof oordeelde dat de belanghebbende wel in staat was om binnen de wettelijke bezwaartermijn bezwaar te maken, maar dat hij dit niet had gedaan omdat hij geen reden zag om dit te doen. De later opgekomen reden, namelijk de honorering van vergelijkbare bezwaren, kon niet leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding volgens de wet.
Het hof concludeert dat de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing. De uitspraak van het hof is op 8 december 2006 gedaan, waarbij het beroep van de belanghebbende ongegrond is verklaard. De proceskosten worden niet toegewezen, aangezien het hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten.