2. Het gaat in dit geding - samengevat - nog om het volgende.
2.1. Op 1 november 2000 hebben NBO en Reflexa een overeenkomst gesloten tot samenwerking, inhoudende dat NBO voor minimaal 20800 uur op jaarbasis (neerkomend op 160 uren x 10 personen per periode van 4 weken) beveiligingspersoneel van Reflexa zou detacheren ten behoeve van defensieprojecten te Ede en Harskamp.
2.2. Tussen partijen is onenigheid ontstaan over de wijze van invulling van de overeenkomst en de wederzijdse verplichtingen.
Bij brief van haar gemachtigde van 30 augustus 2001 heeft Reflexa haar verplichtingen uit de overeenkomst opgeschort op grond van de stelling dat NBO tegen de afspraken in personeel van Reflexa heeft overgenomen. Tevens is NBO daarbij gemaand een bedrag van fl. 99.790,43 aan openstaande facturen te voldoen.
NBO heeft bij brief van haar advocaat d.d. 3 september 2001 de overeenkomst met ingang van 3 september 2001, althans tegen de vroegst mogelijke datum, ontbonden op grond van de stelling dat Reflexa als gevolg van het feit dat zij niet over voldoende gekwalificeerd personeel beschikt, er niet in slaagt het overeen-gekomen aantal uren in te vullen en aldus in gebreke blijft de overeenkomst correct na te komen.
2.3. Reflexa heeft ter zake van haar gestelde vordering op NBO, na daartoe verkregen verlof, ten laste van NBO conservatoir derdenbeslag doen leggen onder de ING-bank en de Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie). Reflexa heeft vervolgens NBO voor de rechtbank Assen gedagvaard en gevorderd deze te veroordelen tot betaling van de in de dagvaarding genoemde bedragen ter zake van 1) open-staande facturen, 2) gederfde winst, 3) kosten van werving en selectie, 4) kosten van inroostering, 5) kosten van herplaatsing van personeel,
6) schade wegens verlies van goodwill en 7) buitengerechtelijke kosten, alsmede NBO te veroordelen in de proceskosten.
2.4. NBO heeft de vordering weersproken en in reconventie gevorderd voor recht te verklaren dat de tussen partijen gesloten overeenkomst bij brief van NBO d.d. 3 september 2001 met ingang van 3 september 2001, althans tegen de vroegst mogelijke datum nadien, is ontbonden, althans deze overeenkomst te ontbinden en Reflexa te veroordelen tot betaling van een bedrag van euro 150.798,82 met wettelijke rente, ter zake van 1) kosten autohuur, 2) kosten wegens verloop van personeel, 3) schade wegens verlies van goodwill, 4) winstderving op project Harskamp, 5) kosten herplaatsing/ontslag personeel, 6) renteverlies ten gevolge van het beslag, 7) managementkosten en 8) juridische kosten, alsmede de proceskosten. In voorwaardelijke reconventie heeft NBO voorts gevorderd veroordeling van Reflexa tot betaling van een bedrag van euro 174.387,74 met wettelijke rente. Alles met veroordeling van Reflexa in de proceskosten.
2.5. De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 24 december 2002 beide partijen tot bewijslevering toegelaten, met dien verstande dat:
-NBO werd toegelaten te bewijzen dat a. Reflexa met een zodanige frequentie en in zodanige mate ongekwalificeerd en onervaren personeel aan NBO beschikbaar stelde dat van NBO redelijkerwijs niet verwacht kon worden te voldoen aan de afnamegarantie van 20800 uur op jaarbasis, en b. NBO heeft voldaan aan hetgeen met betrekking tot het verstrekken van roosters was overeengekomen; en
-Reflexa werd toegelaten te bewijzen dat tussen partijen was overeengekomen dat NBO zou zorgdragen voor de planning van de tien personen ten behoeve van NBO.
2.6. Na de gehouden getuigenverhoren heeft de rechtbank bij vonnis van 27 april 2005 geoordeeld dat van de vordering van Reflexa de hiervoor onder 2.3 genoemde posten 1) en 2) gedeeltelijk toewijsbaar zijn en dat met betrekking tot de posten
3) en 7) de zaak in afwachting van een door Reflexa te nemen akte zal worden aangehouden. De overige posten van de vordering van Reflexa en de (voor-waardelijke) reconventionele vordering van NBO zijn afgewezen. Bij eindvonnis van 5 oktober 2005 heeft de rechtbank van de vordering van Reflexa de posten
1), 2) en 7) toegewezen tot een bedrag van in totaal euro 39.263,08, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2001. NBO is zowel in conventie als in reconventie veroordeeld in de proceskosten.