ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ5407
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Dijkstra
- J. Weenink
- H. van Wagtendonk
- Rechtspraak.nl
Vasthouden van een handsfreeset tijdens het rijden als mobiel telefoneren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 24 augustus 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank 's-Gravenhage. De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter die haar beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond had verklaard. De betrokkene werd beschuldigd van het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden, waarbij zij aanvoerde dat zij enkel het oortje van haar handsfreeset in haar hand had vastgehouden. De betrokkene stelde dat het oortje te groot was en uit haar oor viel, waardoor zij het tegen haar oor moest houden. Het hof heeft de betrouwbaarheid van de ambtsedige verklaring van de verbalisant beoordeeld en vastgesteld dat er een invoeringsfout was gemaakt in het dossier, waarbij de betrokkene ten onrechte als mannelijk werd aangeduid. Desondanks concludeerde het hof dat de betrokkene de gedraging had verricht, aangezien het continu vasthouden van het oortje tegen het oor tijdens het rijden onder de definitie van 'vasthouden van een mobiele telefoon' valt. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en benadrukte de risico's van afleiding en verminderde verkeersveiligheid die gepaard gaan met het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden. Het arrest is gewezen door de rechters A. Dijkstra, J. Weenink en H. van Wagtendonk, in tegenwoordigheid van mr. Meijering als griffier.