ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ5507

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
600160
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • J. Streppel
  • A. Verschuur
  • M. Keur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding tussen Alfa c.s. en Esha Holding B.V. inzake vernietiging van vonnissen en veroordelingen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, hebben de appellanten, Alfa c.s., hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen. Dit vonnis, uitgesproken op 11 maart 2005, betrof een kort geding waarin Esha Holding B.V. als eiseres optrad. Alfa c.s. hebben in hun memorie van grieven, met name in grief 7, verzocht om ontheffing van de veroordeling die hen was opgelegd in het eerdergenoemde vonnis. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraag of mr. H.J. Overes, als curator, het geding tussen Esha en Alfa c.s. heeft overgenomen.

De zaak is complex, met meerdere grieven die door Alfa c.s. zijn ingediend. De appellanten hebben onder andere een beroep gedaan op vernietiging van specifieke artikelen in de overeenkomsten op basis van dwaling. Het hof heeft de zaak op 23 augustus 2006 behandeld en heeft de partijen verzocht om aanvullende informatie te verstrekken over de rol van de curator in deze procedure.

De uitspraak van het hof zal de eerdere vonnissen van de rechtbank Groningen beïnvloeden, en de beslissing zal betrekking hebben op de ontvankelijkheid van de vorderingen van Alfa c.s. en de verweren van Esha. Het hof heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling en zal op een later moment een definitieve uitspraak doen.

Uitspraak

Arrest d.d. 23 augustus 2006
Rolnummer 0600160
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de derde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
1. de vennootschap naar het recht van Griekenland Alfa Alfa Energy SA.,
gevestigd te Athene (Griekenland),
hierna te noemen: Alfa Energy,
2. sw vennootschap naar het recht van Griekenland Alfa Alfa Holdings S.A.,
gevestigd te Athene (Griekenland),
hierna te noemen: Alfa Holdings,
appellanten,
hierna gezamenlijk te noemen: Alfa c.s.,
in eerste aanleg: oorspronkelijk gedaagden en vervolgens opposanten,
procureur: mr. J.V. van Ophem,
tegen
Esha Holding B.V.,
gevestigd te Groningen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: oorspronkelijk eiseres en vervolgens geopposeerde,
hierna te noemen: Esha,
procureur: mr. J.B. Dijkema.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het kortgeding-vonnis uitgesproken op 11 maart 2005 en het in oppositie uitgesproken kortgeding-vonnis van 11 november 2005 van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Groningen.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 8 december 2005 is door Alfa c.s. hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis van 11 november 2005 met dagvaarding van Esha tegen de zitting van 29 maart 2006. Vervolgens hebben Alfa c.s. op 24 maart 2006 een herstelexploot uitgebracht, waarbij is gedagvaard tegen de zitting van 12 april 2006.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de Voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen in kort geding, gewezen tussen partijen voornoemd op 11 november 2005 onder nummer 82811/KGZA 05-340 te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het verzet van Alfa Energy en Alfa Holdings ongegrond te verklaren en Alfa Energy en Alfa Holdings te ontheffen van de veroordeling, tegen hen uitgesroken vonnis door de Voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen onder nummer 76074 KG ZA 04-388 op 11 maart 2005 tussen Esha als eiseres en Alfa Energy en Alfa Holdings als gedaagden, althans hun verweer tegen de vorderingen van Esha als oorspronkelijk eiseres bij exploiten van 1 december 2004 en 8 februari 2005 alsnog ongegrond te verklaren, kosten rechtens."
Ook verzoeken Alfa c.s. in de memorie van grieven onder 26:
"het Gerechtshof artikel 4.2 van beide overeenkomsten te vernietigen (zie ook pleitaantekeningen d.d. 12 oktober 2005)."
Bij memorie van antwoord is door Esha verweer gevoerd met als conclusie:
"het gerechtshof moet appellanten in hun vorderingen niet ontvankelijk verklaren althans die vorderingen afwijzen alsook de verweren van appellanten tegen de vordering van Esha afwijzen, zonodig onder aanvulling van de gronden van het vonnis als in eerste instantie gewezen, en aldus het vonnis bekrachtigen met veroordeling van appellanten in de kosten van beide instanties, uitvoerbaar bij voorraad."
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
Alfa c.s. hebben zeven als zodanig aangeduide grieven opgeworpen.
Hiernaast leest het hof een grief in de memorie van grieven onder 26, waarin Alfa c.s. een beroep doen op vernietiging van artikel 4.2 van zowel de oorspronkelijke Leenovereenkomst als van de Verlengingsovereenkomst op grond van dwaling.
De beoordeling
Met betrekking tot de omvang van het hoger beroep
1. Bij memorie van grieven, met name in grief 7, hebben Alfa c.s. zich mede gericht tegen het vonnis van 11 maart 2005 en in de conclusie van de memorie van grieven hebben zij ook verzocht hen te ontheffen van de veroordeling uitgesproken bij het vonnis van 11 maart 2005, zodat het hoger beroep zich ook richt tegen het genoemde vonnis van 11 maart 2005.
Met betrekking tot de ontvankelijkheid
2. In eerste aanleg is als oorspronkelijk eiseres opgetreden ESHA HOLDING B.V. Uit het bestreden vonnis van 11 maart 2005 blijkt dat Esha op 23 februari 2005 in staat van faillissement is verklaard. In dit vonnis staat dienaangaande vermeld dat bij de voortzetting van de mondelinge behandeling van het kort geding op 28 februari 2005 namens eiseres (Esha) is verschenen Mr. H.J. Overes, curator in het inmiddels op woensdag 23 februari 2005 uitgesproken faillissement, die door de rechter-commissaris is gemachtigd te verschijnen, alsmede [betrokkene], directeur juridische zaken van eiseres, vertegenwoordigd door mr. Scholten van Aschat.
3. Voorts blijkt uit het bestreden vonnis van 11 november 2005 dat bij de mondelinge behandeling van het door Alfa c.s. ingestelde verzet op 17 oktober 2005 mr. Overes is verschenen in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de geopposeerde, vergezeld van J.A. de Vries, chef de bureau van het kantoor van de curator.
4. Voordat het hof een beslissing zal nemen zal het, nu het zich op dit punt onvoldoende ingelicht acht, partijen in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten over het antwoord op de vraag of mr. Overes als curator het geding tussen Esha en Alfa c.s. heeft overgenomen.
De beslissing
Het gerechtshof:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 20 september 2006 voor akte uitlating van beide partijen over de hiervoor in rechtsoverweging 4. geformuleerde vraag (akten A en G (p.i.) AP);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mrs Streppel, voorzitter, Verschuur en Keur, raden, en uitgesproken door mr Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van de heer Bilstra als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 23 augustus 2006.