ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ5606
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Streppel
- A. Verschuur
- H. Kuiper
- M. Mollema
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een verzekeringsovereenkomst tegen ongevallen en de gevolgen van blijvende invaliditeit voor een tandarts na een skiongeval
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een tandarts, aangeduid als [appellante], die blijvende invaliditeit aan haar duim heeft opgelopen door een skiongeval. Dit heeft geleid tot haar arbeidsongeschiktheid voor het beroep van tandarts. Het geschil betreft de uitleg van de verzekeringsovereenkomst tegen ongevallen, specifiek de polisclausule 411 in samenhang met artikel 1.3 en artikel 2.2.1 van de polisvoorwaarden. Het hof oordeelt dat de uitleg van de polisclausules moet plaatsvinden aan de hand van de redelijke verwachtingen van partijen in de gegeven omstandigheden, waarbij de taalkundige uitleg van de bewoordingen een rol speelt, maar niet doorslaggevend is.
Het hof bevestigt het oordeel van de rechtbank dat de verzekering niet bedoeld is om het risico van arbeidsongeschiktheid te dekken, maar enkel dat van een ongeval. De blijvende invaliditeit van [appellante] is door Aegon vastgesteld op 23%, en zij heeft aanspraak gemaakt op een uitkering van 100% van het verzekerde bedrag, stellende dat dit recht bestaat bij functieverlies van een duim, ongeacht of er sprake is van algeheel of gedeeltelijk functieverlies. Het hof onderschrijft de uitleg van Aegon en bevestigt dat de uitkering van 23% van het verzekerde bedrag correct is.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 20 december 2006 door het Gerechtshof Leeuwarden, waarbij de betrokken rechters zijn: J. Streppel, A. Verschuur, H. Kuiper en M. Mollema. De griffier was mevrouw Mellink.