ECLI:NL:GHLEE:2007:BA1344
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- M. Mollema
- A. Hermans
- J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over kostenveroordeling na beëindiging affectieve relatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen. De partijen, die een affectieve relatie hebben gehad, hebben gezamenlijk een woning betrokken, maar na de beëindiging van hun relatie ontstonden er geschillen over het gebruik van de woning. Op 29 april 2006 is de relatie beëindigd, waarna [appellante] [geïntimeerde] heeft gedagvaard in kort geding, met de eis dat hij de woning zou verlaten. De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 28 juli 2006 de vorderingen van [appellante] afgewezen en bepaald dat de woning aan [geïntimeerde] toekwam, met een verbod voor [appellante] om de woning te betreden. [appellante] heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, maar het hof heeft het vonnis bekrachtigd. Vervolgens heeft [geïntimeerde] [appellante] in kort geding gedagvaard om het eerdere vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, wat resulteerde in een kostenveroordeling voor [appellante] in het vonnis van 29 september 2006.
In het hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de houding van [appellante] heeft geleid tot een nodeloos kort geding. Het hof heeft de kostenveroordeling in eerste aanleg vernietigd en beide partijen belast met hun eigen kosten, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Het hof oordeelt dat de problemen tussen partijen direct verband hielden met de afwikkeling van hun relatie, en dat een volledige compensatie van kosten op zijn plaats zou zijn geweest. De uitspraak van het hof is gedaan op 21 maart 2007.