2. Het gaat in dit geding - samengevat - om het volgende.
2.1. De Vereniging is op 3 mei 1991 opgericht. Op gelijke datum is aan haar in eigendom overgedragen het perceel water, kadastraal bekend gemeente [gemeente], sectie B, nummer 2260. [het Bouwbedrijf] is eigenares van het aangrenzend perceel water, genummerd B 2259 (hierna ook: perceel B 2259). Beide waterpercelen tezamen waren aanvankelijk kadastraal bekend onder nummer 2186. De percelen staan in open verbinding met elkaar en vormen tezamen de binnenhaven genaamd [de binnenhaven]
2.2. Op 19 april 1999 heeft de provincie Friesland een beschikking afgegeven met betrekking tot ernst en urgentie en instemmen (deel)saneringsplan voor twee bodemverontreinigingen op de locatie [adres] te [plaats], inhoudende:
"(...) op grond van artikel 29, eerste lid, van de Wet bodembescherming vast te stellen dat de bodemverontreiniging op de locatie [adres] (...) te [plaats], kadastraal bekend gemeente [gemeente], sectie B, kad.nrs. (...) 2186 (...) een geval van ernstige verontreiniging betreft (...)"
2.3. Op 26 juli 2002 hebben partijen, ter beëindiging van een tussen hen in kort geding aanhangig geschil, een vaststellingsovereenkomst, hierna te noemen de gerechtelijke schikking d.d. 26 juli 2002, gesloten met - voor zover heeft van belang - de volgende inhoud:
"1. Het perceel dat Bouwbedrijf [naam] van Kanon c.s. heeft gekocht en dan uitsluitend het gedeelte dat uit water bestaat, wordt door [het Bouwbedrijf] aan de vereniging van eigenaren verkocht voor een bedrag van 45.000 euro.(...)
2. Het sub 1 genoemde perceel wordt hetzij geheel schoon opgeleverd, hetzij met plaatsing van een damwand over een gedeelte van het perceel waarachter de eventueel resterende verontreinigde grond zal worden gestort. De gelegenheid voor het plaatsen van een damwand bestaat tot 15 mei 2003.
3. De levering van het perceel vindt uiterlijk plaats op 31 december 2003.
(...)
5. [het Bouwbedrijf] doen afstand van hun eventuele stemrecht binnen de vereniging van eigenaren onder de ontbindende voorwaarde dat de levering voor 31 december 2003 niet doorgaat.
(...)"
2.4. Grondslag Milieutechnisch Adviesbureau B.V. (hierna: Grondslag) heeft in opdracht van [het Bouwbedrijf] een verkennend bodemonderzoek ter plaatse van het in geschil zijnde perceel water uitgevoerd. Het daarvan opgemaakte rapport d.d.
4 maart 2003 (productie 11 bij conclusie van eis) maakt melding van een zestal grond(meng)monsters, met als conclusie: "(...) Er zijn overwegend lichte verhogingen gemeten, waarbij de streefwaarde wel -, maar de tussenwaarde niet wordt overschreden. (...) Er is geen matig - of sterk verontreinigde grond aangetroffen.".
2.5. De levering van het perceel B 2259 heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Bij brief van 27 december 2003 heeft de Vereniging [het Bouwbedrijf] meegedeeld de koopovereenkomst met betrekking tot genoemd perceel buitengerechtelijk te ontbinden.
2.6. De provincie heeft bij brief van 15 juli 2004 aan de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare registers het volgende bericht:
"(...) De bodemverontreiniging ter plaatse is niet geheel verwijderd. Daarom blijft de registratiecode WB gehandhaafd op de percelen kadastraal bekend gemeente [gemeente], sectie B, nrs. 1901, 2259 en 2260 (...)"
2.7. Door Grondslag is in opdracht van [het Bouwbedrijf] nogmaals een verkennend water-bodemonderzoek ter plaatse van perceel B 2259 uitgevoerd. Het daarvan op 22 februari 2005 opgemaakte rapport (productie 2 bij akte na tussenvonnis van [het Bouwbedrijf] d.d. 23 maart 2005) meldt dat op perceel B 2259 en op perceel B 2260 - het aan de Vereniging in eigendom toebehorende perceel water - elk tien slibboringen zijn verricht en de waterbodem is bemonsterd. Van die boringen zijn vijf mengmonsters samengesteld, te weten drie van de sliblaag van perceel B 2259, één van de ondergrond daarvan en één referentiemonster (van perceel B 2260). De resultaten van de analyse van de van de 10 slibboringen op perceel B 2259 genomen mengmonsters luiden:
"(...) Het slibmonster (7/8/9/10) is beoordeeld als klasse 3 (matig verontreinigd). (...)
De slibmonsters (1/2/3 en 4/5/6) zijn beoordeeld als klasse 2 (licht verontreinigd). (...)" Het referentiemonster is beoordeeld als klasse 2 (licht verontreinigd). (...)"
In de conclusies en aanbevelingen van het rapport is vermeld:
"(...) Als het aanwezige slib ter plaatse van de percelen B 2259 en 2260 wordt gebaggerd, zal na rijping categorie 1 grond ontstaan.(...)"
2.8. [het Bouwbedrijf] heeft - na wijziging van eis - gevorderd: primair de Vereniging te veroordelen mee te werken aan de levering van perceel B 2259 conform de koopovereenkomst, neergelegd in de gerechtelijke schikking d.d. 26 juli 2002, met voldoening van de wettelijke rente over de koopsom, en subsidiair voor recht te verklaren dat [het Bouwbedrijf] als eigenaar van het perceel B 2259 van rechtswege lid is van de Vereniging en als zodanig voor een percentage van 68,6% stemrecht toekomt; zowel primair als subsidiair de Vereniging te veroordelen in de kosten van het geding. De Vereniging heeft de vorderingen weersproken.
2.9. Bij eindvonnis van 2 november 2005 heeft de rechtbank de primaire vordering afgewezen en met betrekking tot de subsidiaire vordering verklaard dat [het Bouwbedrijf], eigenaar van het perceel B 2259 als lid dient te worden toegelaten tot de Vereniging en als zodanig voor een percentage van 68,6% stemrecht toekomt. De rechtbank heeft hetgeen meer of anders is gevorderd afgewezen en heeft de proceskosten gecompenseerd.