ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7193
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. Breemhaar
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen arrest in kort geding betreffende boedelbeschrijving na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een verzet dat is ingesteld door [opposant] tegen een eerder door het Gerechtshof Leeuwarden gewezen arrest van 16 november 2005. Dit arrest was gewezen in een kort geding waarin [geopposeerde] [opposant] had veroordeeld tot medewerking aan een boedelbeschrijving na de echtscheiding van zijn moeder. De rechtbank Assen had eerder op 18 mei 2005 [opposant] veroordeeld tot het opstellen van een boedelbeschrijving, maar [opposant] was niet op de hoogte van de appeldagvaarding en het bij verstek gewezen arrest. Het hof oordeelt dat de verzettermijn niet onverkort toegepast kan worden, omdat dit zou leiden tot een schending van het recht op een eerlijk proces zoals bedoeld in artikel 6 van het EVRM. Het hof heeft vastgesteld dat [opposant] niet op de hoogte was van de tenuitvoerlegging van het arrest en dat hij pas in een later stadium met het veroordelend arrest bekend raakte. Hierdoor is [opposant] ontvankelijk in zijn verzet.
Met betrekking tot de dwangsom die aan [opposant] was opgelegd, oordeelt het hof dat de veroordeling tot medewerking aan de boedelbeschrijving niet kan worden versterkt met een dwangsom, omdat dit niet in overeenstemming is met de wet. Het hof vernietigt zowel het kortgedingvonnis van de voorzieningenrechter te Groningen als het arrest van 16 november 2005. Het hof wijst de vordering van [geopposeerde] tot veroordeling van [opposant] om mee te werken aan de boedelbeschrijving af en veroordeelt [geopposeerde] in de proceskosten van [opposant].