ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7533
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Huiskes
- G.M. van der Meer
- G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de zelfstandige betekenis van een arbeidsovereenkomst met een buitenlandse werkgever voor de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 15 juni 2007, staat de vraag centraal of de onderliggende arbeidsovereenkomst tussen de belanghebbende en D B.V. voldoende zelfstandige betekenis heeft om D B.V. als buitenlandse werkgever aan te merken. Dit is van belang voor de vraag of de belanghebbende zijn arbeid uitsluitend heeft verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een in Nederland gevestigde werkgever. De belanghebbende, die in 2003 in Kazachstan werkte, had een arbeidsovereenkomst met C B.V. in Nederland en een onderliggende arbeidsovereenkomst met D B.V. De inspecteur van de Belastingdienst had een aanslag opgelegd voor de inkomstenbelasting, die na bezwaar was verminderd, maar de vrijstelling van premie volksverzekeringen was afgewezen. De rechtbank Leeuwarden verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarna hij hoger beroep instelde.
Tijdens de zitting op 16 april 2007 is de zaak behandeld, waarbij de belanghebbende niet aanwezig was. Het hof oordeelt dat de onderliggende arbeidsovereenkomst met D B.V. geen zelfstandige betekenis heeft, omdat deze enkel is gesloten om administratieve redenen en de bovenliggende arbeidsovereenkomst met C B.V. prevaleert. Het hof concludeert dat de belanghebbende zijn arbeid in Kazachstan uitsluitend heeft verricht uit hoofde van de dienstbetrekking met C B.V., en dat hij derhalve niet in aanmerking komt voor vrijstelling van de premie volksverzekeringen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het hof wijst het hoger beroep ongegrond.