ECLI:NL:GHLEE:2007:BB2266
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. Jongbloed
- P. Streppel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake contractuele boete en schadevergoeding na ontbinding koopovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door de appellanten is ingesteld tegen vonnissen van de rechtbank Groningen, waarbij zij zijn veroordeeld tot betaling van een contractuele boete en schadevergoeding aan de geïntimeerden. De appellanten, [appellant 1] en [appellante 2], hebben in eerste aanleg verweer gevoerd tegen de vorderingen van de geïntimeerden, [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2], die voortvloeien uit een in juni 2004 gesloten koopovereenkomst. De rechtbank heeft in haar vonnissen van 22 juni 2005 en 5 april 2006 geoordeeld dat de appellanten tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst, wat heeft geleid tot de ontbinding van de koopovereenkomst door de geïntimeerden. De appellanten hebben in hoger beroep diverse grieven ingediend, waaronder een grief die betrekking heeft op de toewijsbaarheid van zowel de contractuele boete als de daadwerkelijk geleden schade. Het hof heeft overwogen dat op grond van artikel 6:92 lid 2 BW hetgeen verschuldigd is op basis van een boetebeding in de plaats treedt van schadevergoeding op grond van de wet, en dat aanvullende schadevergoeding alleen toewijsbaar is indien de daadwerkelijk geleden schade de boete overtreft. Het hof heeft vastgesteld dat dit in het onderhavige geval niet aan de orde is, waardoor de appellanten geen recht hebben op aanvullende schadevergoeding. Het hof heeft de grieven van de appellanten in grote lijnen verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, met uitzondering van het deel dat betrekking heeft op de schadevergoeding, dat is vernietigd. De appellanten zijn veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.