ECLI:NL:GHLEE:2008:BC2678
Gerechtshof Leeuwarden
- Raadkamer
- A. Dijkstra
- H.M. Poelman
- T. Knoop
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling van terbeschikkinggestelde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling van een terbeschikkinggestelde. De verzoeker, geboren in 1961 en verblijvende in de TBS-Kliniek Oostvaarderskliniek te Amsterdam, stelde dat zijn vrijheidsbeneming onrechtmatig was op basis van een eerdere beslissing tot terbeschikkingstelling die op 18 april 2006 onherroepelijk was geworden. Het verzoek was gebaseerd op artikel 5, vierde lid van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat recht geeft op een daadwerkelijk rechtsmiddel.
Het hof overwoog dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid voor een terbeschikkinggestelde om buiten de procedure van verlenging van de terbeschikkingstelling om een verzoek tot beëindiging ervan in te dienen. Desondanks oordeelde het hof dat, gezien de strekking van het verzoek en de omstandigheden van de zaak, het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel niet genegeerd kon worden. Het hof concludeerde dat de verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn hoger beroep, omdat de wet geen hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank toestond.
De uitspraak benadrukt de beperkingen van de rechtsmiddelen voor terbeschikkinggestelden en de noodzaak voor een adequate rechtsgang, zelfs wanneer de wet geen expliciete voorziening biedt voor het indienen van een verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd en de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.