ECLI:NL:GHLEE:2008:BC3204
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Melssen
- A. Bosch
- M. Duursma-Olthuis
- Rechtspraak.nl
Verstrekking van persoonsgegevens van een minderjarige door een school aan een niet-gezagsouder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 30 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verstrekking van persoonsgegevens van een minderjarige, [belanghebbende 1], door de school aan zijn vader, die niet met het gezag belast is. De vader had in eerste aanleg bij de rechtbank Assen verzocht om informatie over [belanghebbende 1], maar dit verzoek werd afgewezen. In hoger beroep verzocht de vader om vernietiging van deze beschikking en toewijzing van zijn verzoek.
Het hof oordeelde dat de moeder het eenhoofdig gezag over [belanghebbende 1] heeft en dat de vader, die [belanghebbende 1] heeft erkend, geen recht heeft op de gevraagde informatie zonder de ondubbelzinnige toestemming van de minderjarige. De vader stelde dat de leeftijd van [belanghebbende 1] geen rol zou moeten spelen bij de verstrekking van de informatie, maar het hof volgde deze redenering niet. Het hof verwees naar de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en concludeerde dat voor de verstrekking van persoonsgegevens van een minderjarige van zestien jaar of ouder, de toestemming van de minderjarige vereist is.
Het hof stelde vast dat [belanghebbende 1] ten tijde van het verzoek minderjarig was, maar al de leeftijd van 16 jaar had bereikt, en dat zijn toestemming ontbrak. Bovendien oordeelde het hof dat de vader niet had aangetoond dat de verstrekking van de gegevens noodzakelijk was voor de verzorging of opvoeding van [belanghebbende 1]. Daarom verklaarde het hof de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek en veroordeelde hem in de proceskosten van beide instanties. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de bescherming van persoonsgegevens van minderjarigen en de noodzaak van toestemming voor de verstrekking daarvan.