ECLI:NL:GHLEE:2008:BC3875
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- mr. Wachter
- mr. Fransen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van diefstal van een personenauto na gebrek aan overtuigend bewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 6 februari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was beschuldigd van (gekwalificeerde) diefstal van een personenauto, merk Opel, gepleegd in de periode van 11 juni 2005 tot en met 12 juni 2005 te Drachten, en van subsidiaire tenlasteleggingen van opzet- en schuldheling. De verdachte, geboren in 1976 en thans verblijvende in PI Noord, had tijdig hoger beroep aangetekend tegen het eerdere vonnis waarin hij was veroordeeld.
Tijdens de zittingen in hoger beroep op 5 juni 2007 en 23 januari 2008 is het bewijs tegen de verdachte besproken. Het hof heeft vastgesteld dat er slechts één vingerafdruk van de verdachte is aangetroffen op een verwijderde kap van de stuurkolom van de gestolen Opel. Dit spoor was geïdentificeerd als afkomstig van de linkerringvinger van de verdachte. Echter, het hof was van mening dat dit bewijs onvoldoende was om de verdachte te veroordelen, vooral omdat er geen ander belastend bewijs aanwezig was en niet kon worden vastgesteld waar in de auto het verwijderde onderdeel zich bevond.
De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken voor opzetheling, maar het hof heeft besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen. Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet overtuigend kon worden gelinkt aan de diefstal en heeft hem in alle varianten van de tenlastelegging vrijgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van overtuigend bewijs in strafzaken en de noodzaak om aan de bewijsstandaard te voldoen voordat een veroordeling kan plaatsvinden.