ECLI:NL:GHLEE:2008:BC8749

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002593-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P. Koolschijn
  • H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
  • G.N. Roes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ernstige mishandeling en diefstal met geweld in sociaal pension

Op de avond van 5 juni 2007 bezochten de verdachte en zijn medeverdachte een sociaal pension in [plaats a] met de intentie cocaïne te roken. Door gebrek aan geld bedrogen zij het latere slachtoffer, een 67-jarige man, om geld. Na het verkrijgen van geld, kochten zij drugs in [plaats b]. Later die nacht probeerden zij opnieuw geld van het slachtoffer te verkrijgen, maar toen dit mislukte, mishandelden zij hem ernstig in zijn eigen kamer. Het slachtoffer werd langdurig en gewelddadig aangevallen, wat resulteerde in een gebroken oogkas en rib. Na de mishandeling stalen zij de pinpas van het slachtoffer en haalden in totaal €1200,- van zijn rekening. Het slachtoffer lag urenlang bewusteloos in zijn kamer voordat hij werd gevonden. De rechtbank Leeuwarden had de verdachte eerder veroordeeld, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een zwaardere straf op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De verdachte werd veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf en een schadevergoeding van €600,- aan het slachtoffer.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002593-07
Parketnummer eerste aanleg: 17-880223-07
Arrest van 3 april 2008 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 9 oktober 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1978] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. W.A. Koers, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft een maatregel opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake van feit 1 en 2 zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 44 maanden en de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen ten behoeve van [slachtoffer] tot een bedrag van € 600,-.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 06 juni 2007, te [plaats a], (althans) in de gemeente [gemeente a], gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning (gelegen op/aan [straat] aldaar), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pinpas en/of een briefje met de bij de pinpas behorende pincode, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (onder meer) die [slachtoffer] (meermalen) op/tegen zijn hoofd heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of die [slachtoffer] (meermalen) op/tegen zijn lichaam heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of (meermalen) de keel van die [slachtoffer] heeft/hebben dichtgeknepen, tengevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel ( te weten (onder meer) een gebroken oogkas en een gebroken rib) bekwam, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
2
hij op of omstreeks 06 juni 2007, te [plaats a], (althans) in de gemeente [gemeente a] en/of te [plaats b], (althans) in de gemeente [gemeente b], op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld (te weten 200 euro) en/of (vervolgens) een hoeveelheid geld ( te weten 1000 euro), in elk geval (telkens) enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of (telkens) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 06 juni 2007, te [plaats a], in de gemeente [gemeente a], gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning gelegen op [straat] aldaar, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pinpas en een briefje met de bij de pinpas behorende pincode, toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en zijn mededader die [slachtoffer] meermalen tegen zijn hoofd hebben geslagen en gestompt en die [slachtoffer] op/tegen zijn lichaam hebben geschopt en meermalen de keel van die [slachtoffer] hebben dichtgeknepen, tengevolge waarvan die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel ( te weten een gebroken oogkas en een gebroken rib) bekwam, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
2
hij op 06 juni 2007, te [plaats a], in de gemeente [gemeente a] en te [plaats b], op verschillende tijdstippen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld (te weten 200 euro) en vervolgens een hoeveelheid geld ( te weten 1000 euro), toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte en zijn mededader telkens het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
onder 1:
diefstal, door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit is gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan
onder 2:
diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte.
Het hof heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Op de avond van 5 juni 2007 was verdachte op bezoek bij zijn medeverdachte [medeverdachte], in een sociaal pension in [plaats a]. Zij wilden cocaïne roken, maar het ontbrak hen aan geld. Van een medebewoner, het latere slachtoffer [slachtoffer], troggelden ze met een smoesje geld af, waarvan ze vervolgens in [plaats b] drugs kochten. Toen ze 's nachts weer naar het pension waren teruggekeerd, probeerden ze opnieuw met een smoesje [slachtoffer] geld afhandig te maken. Toen dat mislukte hebben zij - de destijds 67-jarige en slecht ter been zijnde - [slachtoffer] in zijn eigen kamer langdurig en ernstig mishandeld en hem vervolgens bestolen van zijn pinpas en de bij die pas behorende pincode. Daarna zijn ze weggegaan, zonder zich te bekommeren om [slachtoffer] die - ten gevolge van de mishandeling - bewusteloos in een plas bloed op de vloer van zijn kamer lag. Hij heeft daar uren gelegen voordat hij door anderen, die op zijn hulpgeroep afkwamen, werd gevonden. In het ziekenhuis bleek dat zijn oogkas en een rib waren gebroken. Verdachte en zijn medeverdachte zijn ondertussen met de buitgemaakte pinpas gaan pinnen en hebben in totaal € 1200,- van de bankrekening van [slachtoffer] gehaald. Dit geld hebben ze onder meer besteed aan een hotelkamer, cocaïne en bier. [slachtoffer] heeft tot op heden niets van zijn geld teruggekregen.
Verdachte heeft door het slachtoffer aldus in zijn eigen huis te beroven, gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer veroorzaakt en de lichamelijke integriteit van het slachtoffer aangetast. Daarnaast heeft verdachte zich ten koste van hem bevoordeeld.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 14 januari 2008 - eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld, onder meer tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur recht doet aan voormelde feiten. De door de rechtbank in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf doet onvoldoende recht aan de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder die feiten zijn begaan. Het hof zal verdachte daarom - rekening houdend met de landelijk geldende oriëntatiepunten voor dit soort feiten en straffen die het hof voor dergelijke misdrijven pleegt op te leggen - een zwaardere (gevangenis)straf opleggen dan de rechtbank hem in eerste aanleg heeft opgelegd en dan de advocaat-generaal heeft gevorderd.
Schadevergoedingsmaatregel
Het hof overweegt, dat op grond van het onderzoek ter terechtzitting van het hof vaststaat, dat door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten aan het slachtoffer [slachtoffer] schade is toegebracht, waarvoor verdachte jegens genoemd slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Aan verdachte zal derhalve de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van het toegewezen bedrag ten behoeve van voornoemd slachtoffer.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f (oud), 43a, 43b, 47, 57 (oud), 63 (oud), 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
legt aan verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van zeshonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twaalf dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Koolschijn, voorzitter, mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. G.N. Roes, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier, zijnde mr. G.N. Roes voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.