ECLI:NL:GHLEE:2008:BC9898

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
WAHV 07-01240
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Wagtendonk
  • A. Samplonius
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van administratieve sanctie wegens het niet dragen van een autogordel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 februari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 10 mei 2007. De betrokkene, die in hoger beroep ging, was het niet eens met de inleidende beschikking waarbij hem een administratieve sanctie van € 75,- was opgelegd voor het niet dragen van een autogordel op 18 oktober 2006. De betrokkene stelde dat de aankondiging van de beschikking was uitgeschreven door een andere verbalisant dan degene die de gedraging had waargenomen, wat volgens hem niet toegestaan zou zijn. Het hof heeft echter vastgesteld dat de aankondiging van de beschikking op ambtsbelofte was opgemaakt en ondertekend door de verbalisant die de gedraging had waargenomen. Hierdoor kon niet worden gesteld dat de sanctie onterecht was opgelegd.

Het hof heeft de argumenten van de betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat de procedure correct was gevolgd. De betrokkene had geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de aanvullende informatie die door de advocaat-generaal was ingediend. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bevestigd, waarbij het beroep van de betrokkene ongegrond werd verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het opleggen van administratieve sancties en bevestigt dat de sanctie in dit geval terecht was opgelegd.

Uitspraak

WAHV 07/01240
5 februari 2008
CJIB 19099666262
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam
van 10 mei 2007
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats]
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam genomen beslissing ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
Bij brief van 6 november 2007 heeft de griffier van het hof de advocaat-generaal verzocht om aanvullende informatie in te dienen.
De advocaat-generaal heeft de aanvullende informatie ingediend.
De betrokkene is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de aanvullende informatie. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 75,- opgelegd ter zake van “als bestuurder of passagier geen gebruik maken van een autogordel”, welke gedraging zou zijn verricht op 18 oktober 2006 om 20.50 uur op de Valkenburgerstraat te Amsterdam met het voertuig met het kenteken [kenteken].
3.2. De betrokkene voert aan dat de verbalisante met code 16663 niet degene is die de gedraging heeft vastgesteld. Zij heeft wel de aankondiging van beschikking uitgeschreven, maar de gedraging is door een andere verbalisant geconstateerd. De betrokkene stelt zich op het standpunt dat deze werkwijze niet is toegestaan en dat derhalve de inleidende beschikking vernietigd dient te worden. De betrokkene heeft zijn stelling onderbouwd met een artikel uit het boekje "De 'Wet Mulder' op straat", dat is uitgegeven door het politie-instituut Verkeer en Milieu te Apeldoorn en waarin een uitspraak van een kantonrechter over deze werkwijze als volgt is aangehaald. "Ingevolge de Wet Mulder zijn bepaalde aangewezen ambtenaren bevoegd tot het opleggen van een sanctie. Dit behoort echter wél de ambtenaar te zijn die de gedraging heeft geconstateerd. Het kan nimmer de bedoeling van de wetgever zijn geweest dat een ambtenaar die van een collega hoort dat iemand een gedraging heeft gepleegd op eigen titel aan die persoon een sanctie oplegt."
3.3. Op verzoek van het hof heeft de advocaat-generaal een kopie van de volledige aankondiging van beschikking in het geding gebracht. Deze aankondiging van beschikking is uitgereikt door ambtenaar 1 met code 16663 (Bijman) en op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door zowel ambtenaar 1 als ambtenaar 2 met code 31657 (Blauw). Voorts houdt de verklaring van de verbalisanten, zoals opgenomen in de aankondiging van beschikking, onder meer het volgende in: "Geen gordel dragen. (…). Verklaring betrokkene: "Geen commentaar."."
3.4. Met betrekking tot de klacht van de betrokkene over de door de verbalisanten gevolgde werkwijze overweegt het hof als volgt. De betrokkene beroept zich op de omstandigheid dat ambtenaar 1 op eigen titel een sanctie aan hem heeft opgelegd, terwijl ambtenaar 1 niet degene is die de gedraging heeft geconstateerd. De door de betrokkene geschetste en in de overgelegde publicatie beschreven situatie doet zich in onderhavige zaak echter niet voor. De aankondiging van beschikking is weliswaar uitgeschreven door ambtenaar 1, maar is mede op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend door ambtenaar 2 die de gedraging heeft geconstateerd. Derhalve kan niet gezegd worden dat ambtenaar 1 op eigen titel aan de betrokkene een sanctie heeft opgelegd. Het verweer van de betrokkene treft om die reden geen doel.
3.5. Gelet op de verklaring van de verbalisanten is naar de overtuiging van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Derhalve zal het hof de beslissing van de kantonrechter bevestigen.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Wagtendonk, in tegenwoordigheid van
mr. Samplonius als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.