ECLI:NL:GHLEE:2008:BD9780

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
6 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
107.001.560/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Breemhaar
  • C. Rowel-Van der Linde
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verval van instantie in hoger beroep bij Telecom B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep van Telecom B.V. tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden. Telecom had op 17 januari 2007 hoger beroep ingesteld tegen een kort geding vonnis van 21 december 2006. De zaak werd echter gekenmerkt door een gebrek aan proceshandelingen van Telecom, die meer dan 12 maanden geen actie had ondernomen. Dit leidde tot een vordering tot verval van instantie door de geïntimeerde partij, die op 11 juni 2008 werd ingediend. Het hof oordeelde dat aan de vereisten van artikel 251 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) was voldaan, aangezien Telecom niet tijdig had gereageerd op de oproep tot zitting en de verval van instantie tijdig was aangezegd. Het hof wees de vordering tot verval van instantie toe, wat betekende dat de procedure werd beëindigd zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. De kosten van de vervallen instantie werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan op 6 augustus 2008.

Uitspraak

Arrest d.d. 6 augustus 2008
Zaaknummer 107.001.560/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Dis Telecom B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Heerenveen,
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Telecom,
procureur: mr. P. van der Sluis,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
procureur: mr. J.B. Dijkema.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het kort geding vonnis uitgesproken op 21 december 2006 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 17 januari 2007 is door Telecom hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de niet-bestaande rechtsdag van 30 januari 2007. Bij herstelexploot van 25 januari 2007 is [geïntimeerde] nader opgeroepen tegen de zitting van 7 februari 2007.
De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep luidt:
"bij arrest, bij voorraad uitvoerbaar, het op 21 december 2006 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Leeuwarden in kort geding tussen partijen gewezen vonnis te vernietigen, en, opnieuw rechtdoende, geïntimeerde alsnog in haar inleidende vordering niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar inleidende vordering af te wijzen met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties".
Tenslotte heeft [geïntimeerde] de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
Telecom BV heeft geen grieven opgeworpen.
De beoordeling
1. Op 17 januari 2007 heeft Telecom een dagvaarding in hoger beroep doen betekenen aan [geïntimeerde], met oproeping te verschijnen ter terechtzitting van 30 januari 2007. Deze dagvaarding is tijdig uitgebracht, te weten binnen vier weken na het wijzen van het vonnis van de voorzieningenrechter te Leeuwarden. Voor de dienende dag heeft Telecom een herstelexploot doen uitgaan op 25 januari 2007, behelzende een oproeping tegen de rechtsdag van 7 februari 2007. Genoemd herstelexpoot is uitgebracht buiten de appeltermijn, doch op de voet van artikel 120 lid 2 Rv, jo 353 Rv op correcte wijze uitgegaan. Omdat het exploot van 25 januari 2007 strekt tot herstel van een processueel gebrek in de dagvaarding wordt het appel geacht tijdig te zijn ingesteld. [geïntimeerde] is niet onredelijk benadeeld in haar positie.
2. De zaak is, na uitbrengen van een herstelexploot, ingeschreven ter rolle van 7 februari 2007. Op die datum heeft mr. J.B. Dijkema zich voor geïntimeerde gesteld als procureur. Vervolgens is de zaak meerdere malen aangehouden voor memorie van grieven, de eerste maal op 7 maart 2007, de laatste malen ambtshalve peremptoir. Op 27 mei 2008 is verval van instantie aangezegd door de procureur van [geïntimeerde]; op 11 juni 2008 heeft Telecom niet gediend van grieven en [geïntimeerde] heeft verval van instantie gevorderd. Ter rolle van 25 juni 2008 heeft Telecom om royement van de procedure verzocht en heeft [geïntimeerde] gefourneerd.
3. Aan de vereisten van art. 251 lid 1 Rv voor verval van instantie is voldaan, immers reeds meer dan 12 maanden is geen proceshandeling verricht door Telecom en het verval van instantie is tenminste twee weken voor de roldatum van 11 juni 2008 aangezegd aan Telecom. De vordering tot verval van instantie wordt derhalve toegewezen.
4. De kosten van de vervallen instantie worden op de voet van artikel 252 Rv. gecompenseerd, nu geen omstandigheden zijn gesteld of gebleken die tot een andere kostenveroordeling zouden moeten leiden.
Beslissing
Het gerechtshof:
wijst toe de vordering tot verval van instantie;
belast ieder der partijen met de eigen kosten.
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Breemhaar en Rowel-Van der Linde, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 6 augustus 2008 in bijzijn van de griffier.