De beoordeling
1. Het hof overweegt allereerst het volgende.
In de kop van de memorie van grieven en de akte uitlating wordt - in weerwil van de omstandigheid dat de appeldagvaarding is uitgebracht door Schaapstil en [appellante 2] gezamenlijk - uitsluitend nog melding gemaakt van Schaapstil als appellante, terwijl ook uit de conclusie van de memorie van grieven afgeleid kan worden dat uitsluitend Schaapstil thans nog vordert dat het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd. [appellante 2] heeft evenwel niet bij akte ter rolle afstand van instantie gedaan, zodat het ervoor gehouden moet worden dat hij nog steeds partij is in deze procedure.
2. Het hoger beroep is niet gericht tegen het tussenvonnis van 16 augustus 2006, waarin de rechtbank de tussen partijen vaststaande feiten heeft vastgesteld. Dit brengt mee dat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. Het hof zal die feiten, voor zover in hoger beroep relevant, hierna kort weergeven.
2.1 [appellante 2] en [geïntimeerde] hebben bij notariële akte van 28 december 2000 Schaapstil opgericht.
2.2 Zij hebben op een gegeven moment verschil van mening gekregen over de positie van [appellante 2] in het bestuur en over de uitbreiding van het bestuur met een aantal leden, hetgeen tot een tweetal procedures heeft geleid. Dit hof heeft bij (onherroepelijke) beschikking van 24 augustus 2005 beslist dat het bestuur van de stichting vanaf de oprichting tot eind april 2003 heeft bestaan uit [appellante 2], [geïntimeerde] en [bestuurslid] en sindsdien uitsluitend uit [appellante 2] en [geïntimeerde], zodat de inschrijving van een aantal andere bestuurders niet rechtsgeldig is geweest. Eveneens bij beschikking van 24 augustus 2005 is - voor zover hier van belang - het verzoek van Schaapstil en [geïntimeerde] tot ontslag van [appellante 2] als bestuurder afgewezen.
2.3 Art. 5 van de statuten van Schaapstil luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
lid 9
Het bestuur kan in een vergadering alleen geldige besluiten nemen als de meerderheid van de in functie zijnde leden aanwezig is of vertegenwoordigd is.
Een bestuurslid kan zich op een vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen door middel van een schriftelijke volmacht. Een bestuurslid kan slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
lid 10
Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, per telefax, telegrafisch of per telex hun mening te uiten. Van een op die manier genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een verslag opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
lid 11
Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen.
lid 12
Op vergaderingen wordt mondeling gestemd, tenzij één van de bestuursleden schriftelijk stemming verlangd.
lid 13
Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
lid 14
In geschillen omtrent stemmingen waarin de statuten niet voorzien beslist de voorzitter.