ECLI:NL:GHLEE:2008:BG1060
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Hermans
- A. Huiskes
- J. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de procedure in schuldsanering en de rol van de rechter
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 10 oktober 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door de rechtbank Assen. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat, had eerder een verzoek ingediend dat door de rechtbank was afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de procedure in eerste aanleg niet voldeed aan de vereisten van een eerlijk proces, zoals gewaarborgd door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof oordeelde dat de griffier/gerechtssecretaris geen kerntaken van de rechter mag uitvoeren, zoals het vaststellen van feiten en oordeelsvorming, tenzij er een uitdrukkelijke wettelijke machtiging voor is. Dit is cruciaal, omdat de belangen van de schuldeisers en de verzoeker in deze procedures ingrijpende gevolgen kunnen hebben.
Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Assen voor een nieuwe behandeling, waarbij het hof benadrukte dat de verzoeker recht heeft op een onafhankelijke en onpartijdige rechter. De uitspraak van het hof is gebaseerd op de noodzaak om de procedure te verbeteren en te voldoen aan de eisen van een eerlijk proces. Het hof heeft ook opgemerkt dat de gang van zaken waarbij de verzoeker alleen door een griffier wordt gehoord, in strijd is met de rechten die zijn gewaarborgd onder het EVRM. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en rechtmatige behandeling van verzoeken in het kader van de schuldsanering, waarbij de rechter een actieve rol moet spelen in de beoordeling van de feiten en de belangen van alle betrokken partijen.