ECLI:NL:GHLEE:2008:BG5147
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Breemhaar
- J. Hermans
- M. Jonkman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de opheffing van de vereffening van de nalatenschap en de verplichtingen van de erfgenamen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 19 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van de erflaatster, die op 6 december 2006 is overleden. De erfgenamen, die de nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving hebben aanvaard, verzochten om de opheffing van de vereffening en ontheffing van de verplichting tot het ter inzage leggen van de boedelbeschrijving. De rechtbank had eerder de opheffing van de vereffening bevolen, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de rechtsgrond voor de uitkering van een bedrag van € 79.000 aan een derde partij, mevrouw [betrokkene 4]. Het hof concludeerde dat zonder een rechtsgrond het bedrag mogelijk terug zou keren in de nalatenschap.
Het hof wees zowel het primaire als het subsidiaire verzoek van de erven af. Het hof oordeelde dat de erfgenamen niet met hun overige vermogen aansprakelijk zijn voor de kosten van het geding, aangezien zij de nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving hebben aanvaard. De kosten van het geding in hoger beroep werden begroot op € 254 aan verschotten en € 1.788 aan geliquideerd salaris voor de advocaat. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de vereffenaar en de rol van de kantonrechter in het proces van vereffening van een nalatenschap.