ECLI:NL:GHLEE:2008:BG5465
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Kuiper
- M. de Hek
- C. Rowel-van der Linde
- Rechtspraak.nl
Ontbreken van een schriftelijk boetebeding in arbeidsovereenkomst en de gevolgen daarvan
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 11 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en Abocall B.V. Het hof constateert dat in de schriftelijk tussen partijen aangegane arbeidsovereenkomst een voldragen boetebeding ontbreekt. Artikel 12, tweede lid, van de overeenkomst vormt wel een aanzet tot een boetebeding, maar breekt af waar 'dadelijk opeisbare boete' zou worden verwacht, terwijl de hoogte van de boete niet is vermeld. Abocall heeft een conceptarbeidsovereenkomst overgelegd waarin een volledig boetebeding is opgenomen, maar het hof oordeelt dat de bedoelingen van partijen niet doorslaggevend zijn. De wetgever heeft voorgeschreven dat een boetebeding schriftelijk moet zijn aangegaan, en daarvan is in dit geval geen sprake. De mondelinge overeenstemming die Abocall stelt, kan haar niet baten, aangezien [appellant] dit uitdrukkelijk betwist.
Het hof wijst de grieven van [appellant] als terecht voorgedragen aan en vernietigt de eerdere vonnissen van de rechtbank Assen. Het hof oordeelt dat Abocall niet kan terugvallen op een mondelinge overeenkomst en dat de kopieerfout die Abocall stelt, voor haar rekening komt. Het hof concludeert dat de vorderingen van Abocall moeten worden afgewezen, met veroordeling van Abocall in de kosten van de procedure in beide instanties. De uitspraak benadrukt het belang van schriftelijke overeenkomsten in het arbeidsrecht, vooral met betrekking tot boetebedingen, ter bescherming van de werknemer.