13. Gelet op vorenbedoeld bewijsvermoeden, ligt het op de weg van LGS c.s. om feiten en omstandigheden te stellen die, indien bewezen, dit bewijsvermoeden ontkrachten.
13.1. LGS c.s. stellen in dit verband dat [appellant 2] in twee fases de gehele kredietfaciliteit van LGS (oud) bij ING ten bedrage van in totaal € 567.225,27 heeft afgelost, waarna hij voor dit gehele bedrag is gesubrogeerd in de vordering van ING op LGS (oud) met bijbehorende zekerheidsrechten.
13.2. Voorst stellen zij dat de financiële situatie van LGS (oud) zo slecht was dat een faillissement dreigde en dat LGS (oud) geen extra kredietfaciliteiten meer had kunnen verkrijgen. [appellant 2] heeft ervoor gekozen om zijn - door pandrecht gesecureerde - vordering niet uit te winnen door het aanvragen van het faillissement van LGS (oud), maar - ter voorkoming van het werkloos raken van zijn personeel - door een overheveling van de activa en bedrijfsactiviteiten naar een nieuwe vennootschap, middels welke activatransactie hij vorenbedoelde vordering op LGS (oud) heeft laten voldoen, daartoe aanvoerende dat de aandelen die hij houdt in LGS in waarde zijn gestegen als gevolg van de overheveling door LGS (oud) naar LGS.
13.3. Aangezien voor OOH als concurrent schuldeiser in een eventueel faillissement van LGS (oud) - na de uitwinning van de door pandrecht gesecureerde vordering van [appellant 2] - niets, althans onvoldoende zou zijn overgebleven, heeft [appellant 2] in de optiek van LGS c.s. niet onrechtmatig gehandeld door te handelen zoals hij gedaan heeft.
13.4. Dat [appellant 2] in de gehele kredietfaciliteit van € 567.225,27 is gesubrogeerd, blijkt volgens LGS c.s. uit de brief van ING d.d. 25 april 2002. In deze brief wordt [appellant 2] aangesproken op grond van de door hem afgegeven borgstelling ad € 567.225,27. Hem wordt verzocht om van de verkoopopbrengst van het door hem aan ING verhypothekeerde onroerend goed te Ubbena tenminste een bedrag van € 434.900,- over te maken, "waarmee de gehele kredietfaciliteit zal zijn afgelost". Na aflossing wordt [appellant 2] volgens deze brief in de vordering van ING gesubrogeerd, aan welke vordering de volgende zekerheden zijn verbonden:
- 1e hypotheek ad € 215.546,60 op [adres];
- pandrecht op boekvorderingen, voorraden en bedrijfsuitrusting;
- pandrecht op levensverzekering [betrokkene].
Tussen partijen staat vast dat het bedrijfsgebouw te Leek en de levensverzekering van [betrokkene] in totaal een bedrag van € 221.076,11 + € 40.166,67 = € 261.242,78 hebben opgebracht.
13.5. LGS c.s. stellen voorts - met een beroep op productie 14 bij de memorie van grieven - dat [appellant 2] in oktober 2001 al een bedrag van fl. 175.000,- (€ 79.411,54) als borg voor LGS (oud) had afgelost uit de opbrengst van de verkoop van land. Zij voeren in dit verband aan dat uit genoemde brief van 25 april 2002 blijkt dat [appellant 2] borg stond voor de gehele kredietfaciliteit. Tevens stellen zij in dit kader dat op 31 december 2000 het krediet van ING fl. 1.175.000,- betrof, terwijl dit bedrag per 31 december 2001 geslonken was tot fl. 1.008.600,-. Het hof constateert overigens dat het verschil tussen deze bedragen (fl. 1.175.000,- minus fl. 1.008.600,-) een bedrag van fl. 166.400,- (€ 75.509,03) betreft, zodat een 'gat' van fl. 175.000,- (€ 79.411,54) minus fl. 166.400,- (€ 75.509,03) = fl. 8.600,- (€ 3.902,51) overblijft.
13.6. Uitgaande van hun stelling dat [appellant 2] voor een bedrag van € 567.225,27 was gesubrogeerd in de - door zekerheidsrechten gesecureerde - vordering van ING op LGS (oud), redeneren LGS c.s. dat na vermindering met bovengenoemde opbrengst ad € 261.242,78 ter zake van het bedrijfsgebouw en de levensverzekering [betrokkene] een door pandrecht op de boekvorderingen, etc. gesecureerde vordering ten bedrage van € 306.447,49 (moet zijn: € 305.982,49) resteert.
13.7. Ten opzichte van het middels de activatransactie 'uitgewonnen' bedrag ad € 317.093,- is volgens LGS c.s. derhalve slechts een bedrag van € 317.093,- minus € 306.447,49 = € 10.645,51 'ongedekt', hetgeen volgens hen meebrengt dat [appellant 2] niet onrechtmatig jegens LGS (oud) gehandeld heeft.