ECLI:NL:GHLEE:2008:BG9223
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Streppel
- A. de Bock
- M. Onnes-Wind
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en waardebepaling van activa
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, betreft het de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen twee partijen, hierna aangeduid als de man en de vrouw. De partijen waren op 7 augustus 1964 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd en zijn op 1 maart 2002 feitelijk uit elkaar gegaan. De echtscheidingsbeschikking werd op 4 maart 2003 ingeschreven. De rechtbank Groningen had eerder op 13 december 2006 een vonnis uitgesproken over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, waartegen de man hoger beroep aantekende. De man verzocht om een aanpassing van het door hem te betalen bedrag aan de vrouw, terwijl de vrouw in incidenteel appel ging en verzocht om een hogere vergoeding van de man.
Het hof heeft de grieven van de man gedeeltelijk gegrond verklaard. Het hof oordeelde dat er sprake was van een dubbeltelling in de banksaldi, wat leidde tot een vermindering van het door de man te betalen bedrag. Daarnaast werd de waarde van een lijfrentepolis en een camper in de verdeling herzien. De vrouw had de waarde van de camper betwist, maar het hof oordeelde dat de waarde per peildatum van de ontbinding van de huwelijksgemeenschap moest worden vastgesteld. Het hof kwam tot de conclusie dat de man uiteindelijk € 23.491,83 aan de vrouw moest betalen, terwijl de vrouw € 12.263,67 aan de man verschuldigd was. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg.
De uitspraak van het hof vernietigde gedeeltelijk het vonnis van de rechtbank en bepaalde dat de vrouw aan de man een bedrag van € 12.263,67 moest betalen. Het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk uitvoerbaar is, ongeacht eventuele verdere rechtsmiddelen.