ECLI:NL:GHLEE:2009:BH1953

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000129-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Beswerda
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding uit 's Rijks kas in strafzaak

Op 4 februari 2009 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, die in een strafzaak was betrokken, vroeg om een vergoeding van gemaakte kosten en geleden schade. De advocaat van verzoeker was op de hoogte gesteld van de behandeling van het verzoekschrift, maar verscheen niet in de openbare raadkamer. Het hof heeft de stukken bekeken, waaronder het verzoekschrift en relevante documenten van de strafzaak. De strafzaak tegen verzoeker was eerder behandeld door de rechtbank Groningen en het hof, waarbij het arrest op 28 september 2007 onherroepelijk werd op 13 oktober 2007. De strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel. Verzoeker heeft in zijn verzoekschrift aangegeven dat hij kosten heeft gemaakt, waaronder kosten voor zijn raadsman en kosten voor de indiening van het verzoekschrift. Het hof heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker een vergoeding toe te kennen. Uiteindelijk is aan verzoeker een totale vergoeding van € 2.576,32 toegekend, bestaande uit € 2.301,32 voor de kosten van de raadsman en € 275,00 voor de indiening van het verzoekschrift. De beslissing werd ondertekend door mr. Beswerda en de griffier, en de voorzitter heeft de tenuitvoerlegging van het bedrag bevolen.

Uitspraak

Beschikking d.d. 4 februari 2009 van de enkelvoudige raadkamer van het gerechtshof te Leeuwarden, op het verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van:
[verzoeker],
geboren op [1981] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te [plaats],
[adres], ter kantore van zijn advocaat, mr. A.A. Westers.
Verzoeker en zijn advocaat voornoemd zijn ingelicht omtrent de behandeling van het verzoekschrift ter openbare raadkamer van het gerechtshof d.d. 21 januari 2009. De advocaat is bij schrijven van 25 januari 2008 meegedeeld dat hun verschijnen niet vereist is omdat het verzoek voldoende gemotiveerd is. Verzoeker en zijn advocaat zijn niet in openbare raadkamer verschenen.
Het verzoek
Verzoeker vraagt vergoeding uit ’s Rijks kas voor gemaakte kosten en/of geleden schade in een strafzaak tegen verzoeker ten bedrage van € 2.301,32, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven.
Voorts vraagt verzoeker een vergoeding voor de gemaakte kosten van de indiening van het verzoekschrift ten bedrage van € 297,50.
De behandeling in raadkamer
Het hof heeft in openbare raadkamer van 21 januari 2009 gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal.
De beoordeling van het verzoek
Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken:
- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 18-670102-06 door de rechtbank Groningen en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 24-001595-06 door dit hof op 14 september 2007;
- het arrest van het hof d.d. 28 september 2007 is onherroepelijk geworden op 13 oktober 2007;
- de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht;
- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend,
- verzoeker heeft in het verzoekschrift aangevoerd dat hij tengevolge van de strafzaak kosten heeft gemaakt en/of schade heeft geleden, te weten:
a. kosten raadsman : € 2.301,32
b. kosten indiening verzoekschrift : € 297,50
Het hof acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker de navolgende vergoeding toe te kennen:
a. kosten raadsman: € 2.301,32
b. het hof zal de kosten ten behoeve van de indiening van het verzoekschrift vergoeden overeenkomstig de ter zake geldende landelijke richtlijnen : € 275,00
Totaal : € 2.576,32
Beslissing
kent aan verzoeker [verzoeker] toe een vergoeding uit ’s Rijks kas ten bedrage van € 2.576,32;
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gewezen en ondertekend door mr. Beswerda en mede ondertekend door de griffier.
De voorzitter beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag.
Voorzitter