ECLI:NL:GHLEE:2009:BH2015
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- G. Dam
- J. Hielkema
- G.N. Roes
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het dealen en exporteren van cocaïne met ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De veroordeelde is schuldig bevonden aan het dealen en exporteren van cocaïne. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen uit zijn strafbare activiteiten, en dat er voldoende aanwijzingen zijn dat hij ook voordeel heeft verkregen uit soortgelijke feiten. Het hof heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op € 36.395,95 en heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd dit bedrag aan de Staat te betalen ter ontneming van dat voordeel.
De rechtbank Groningen had eerder op 29 april 2008 een vonnis gewezen waarin het wederrechtelijk verkregen voordeel werd geschat op € 36.603,70. De veroordeelde heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel zou worden vastgesteld op € 64.763,70, maar het hof heeft deze vordering niet gevolgd.
Het hof heeft de hoeveelheid cocaïne die door de veroordeelde is verhandeld vastgesteld op 3028 gram, en heeft de verkoopprijs per kilogram berekend op € 28,85. De kosten die de veroordeelde heeft gemaakt zijn in mindering gebracht op de totale omzet, wat leidde tot de uiteindelijke schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft ook overwogen dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling van de advocaat-generaal dat de veroordeelde meer cocaïne heeft verkocht dan vastgesteld.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de veroordeelde de verplichting oplegde om het geschatte bedrag van € 36.395,95 aan de Staat te betalen.