ECLI:NL:GHLEE:2009:BH2336
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- S.H. Wachter
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- J.P. van Stempvoort
- Rechtspraak.nl
Sociale zekerheidsfraude met valsheid in geschrift en opzettelijk nalaten van gegevens
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 9 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte werd beschuldigd van sociale zekerheidsfraude in de periode van 3 februari 2003 tot en met 31 juli 2007. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, die in hoger beroep werd herzien. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van 180 uren, te vervangen door 90 dagen hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.
De tenlastelegging bestond uit twee feiten. Feit 1 betrof valsheid in geschrift, waarbij de verdachte op verschillende tijdstippen valse opgaven deed aan de gemeente over haar leefsituatie, terwijl zij samenwoonde met haar medeverdachte. Feit 2 betrof het opzettelijk nalaten van het verstrekken van benodigde gegevens aan de gemeente, wat kon leiden tot bevoordeling van zichzelf of een ander. De verdachte ontkende samen te wonen met de medeverdachte, maar het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte in de ten laste gelegde periode samenwoonde met de medeverdachte.
Het hof overwoog dat de verdachte, die een uitkering ontving als alleenstaande ouder, had moeten melden dat de medeverdachte in haar woning verbleef. De verdachte had door haar handelen misbruik gemaakt van het sociale zekerheidsstelsel, wat het vertrouwen in dit stelsel schaadt. Het hof heeft rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte en oordeelde dat een onvoorwaardelijke werkstraf passend was. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren werd verricht.