ECLI:NL:GHLEE:2009:BH2347

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001327-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor rijden onder invloed van alcohol met geldboete en ontzegging rijbevoegdheid

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 januari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1957 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld voor het rijden onder invloed van alcohol. De politierechter had hem een geldboete opgelegd van € 700,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 7 maanden. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het bewijs van de tenlastelegging beoordeeld. De verdachte had op 14 februari 2008 een personenauto bestuurd, terwijl hij een alcoholgehalte had dat meer dan drie keer de toegestane limiet overschreed. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de verkeersveiligheid in gevaar heeft gebracht en zijn verantwoordelijkheden als verkeersdeelnemer heeft veronachtzaamd.

De advocaat-generaal heeft in hoger beroep dezelfde straf geëist als in eerste aanleg, en het hof heeft deze vordering overgenomen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 700,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 14 dagen, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 7 maanden, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs was ingevorderd. Het hof heeft de strafmotivering gebaseerd op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, zonder bijzondere omstandigheden die tot een andere beslissing zouden leiden.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001327-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-905077-08
Arrest van 29 januari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 9 mei 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1957] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.W. Brouwer, advocaat te Assen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 700,-, subsidiair te vervangen door 14 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 7 maanden, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd is geweest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 februari 2008 te [plaats], gemeente[gemeente], als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 750 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
hij op 14 februari 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 750 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van artikel 8, tweede lid onder a, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 14 februari 2008 een personenauto bestuurd, nadat hij ruim drie keer zo veel alcoholhoudende drank had genuttigd als is toegestaan. Door zijn handelwijze heeft verdachte de verkeersveiligheid in gevaar gebracht en zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer veronachtzaamd.
Gelet op de ernst van het feit ziet het hof geen aanleiding om bij de straftoemeting af te wijken van de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting, die indicatief zijn voor de straffen die het hof in soortgelijke zaken pleegt op te leggen. Van bijzondere omstandigheden om in dit geval anders te oordelen, is niet gebleken. Het hof zal derhalve, conform de vordering van de advocaat-generaal, een geldboete van na te melden hoogte en een geheel onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen. Daarbij heeft het hof rekening gehouden met verdachtes financiële draagkracht voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24 en 24c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 176 (oud) en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van zevenhonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van veertien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
ontzegt aan de veroordeelde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van zeven maanden;
beveelt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs ingevorderd is geweest, op de duur van de ontzegging geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Koolschijn, voorzitter, mr. J. Hielkema en
mr. W.F. van Zant, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde
mr. Van Zant voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.