ECLI:NL:GHLEE:2009:BH2969

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
16 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002554-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor eenvoudige belediging en mishandeling van ambtenaren tijdens rechtmatige uitoefening van hun functie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 16 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte is veroordeeld voor eenvoudige belediging en mishandeling van twee ambtenaren, te weten een brigadier en een hoofdagent van de Regiopolitie. De feiten vonden plaats op 6 april 2007, toen de verdachte beledigende woorden uitsprak naar de brigadier en vervolgens de hoofdagent mishandelde door hem met kracht om de nek te grijpen, waardoor deze enkele seconden geen adem kon halen. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal een werkstraf van dertig uren geëist, subsidiair vijftien dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met inachtneming van de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij ook rekening gehouden met een uittreksel uit het justitiële documentatieregister, waaruit bleek dat de verdachte eerder was veroordeeld voor strafbare feiten.

Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van dertig uren, met de waarschuwing dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van vijftien dagen kan worden opgelegd. Het hof heeft de verdachte strafbaar geacht en geen strafuitsluitingsgronden aanwezig geacht. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op de betrokken ambtenaren, die tijdens hun werk zijn beledigd en mishandeld.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002554-07
Parketnummer eerste aanleg: 18-652455-07
Arrest van 16 februari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 16 oktober 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door mr. G.I. Roos, advocaat te Almere.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde misdrijven zal veroordelen tot een werkstraf van 30 uren subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 6 april 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1], brigadier van Regiopolitie [plaats], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun/zijn bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Stomme mongool", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 6 april 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te weten [verbalisant 2], hoofdagent van Regiopolitie [plaats], gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, met kracht zijn, verdachtes, arm om de nek of hals van genoemde ambtenaar heeft gebracht en/of heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen heeft gehouden, althans die ambtenaar heeft gewurgd, ten gevolge waarvan die ambtenaar enkele seconden geen adem kon halen, waardoor voornoemde ambtenaar letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 6 april 2007, in de gemeente [gemeente], toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 3], aspirant van Regiopolitie [plaats] en/of [verbalisant 2], hoofdagent van Regiopolitie [plaats], verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 266 Wetboek van strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde hem ten spoedigste te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten een politiebureau, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner/harer bediening, door opzettelijk gewelddadig met kracht zijn, verdachtes, arm om de nek of hals van die [verbalisant 2] te brengen en/of dicht te knijpen en/of dichtgeknepen te houden, althans die [verbalisant 2] te wurgen, ten gevolge waarvan die [verbalisant 2] enkele seconden geen adem kon halen en/of door te rukken en/of door te trekken in een andere richting dan die waarin genoemde opsporingsambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te brengen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 6 april 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [verbalisant 1], brigadier van Regiopolitie [plaats], gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Stomme mongool";
2. primair
hij op 6 april 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een ambtenaar, te weten [verbalisant 2], hoofdagent van Regiopolitie [plaats], gedurende en terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, met kracht zijn, verdachtes, arm om de nek van genoemde ambtenaar heeft gebracht en heeft dichtgeknepen en dichtgeknepen heeft gehouden, ten gevolge waarvan die ambtenaar enkele seconden geen adem kon halen, waardoor voornoemde ambtenaar pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
1.
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
2. primair
mishandeling, terwijl het feit wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft op 6 april 2007 een politieambtenaar, [verbalisant 1], opzettelijk beledigd door de woorden 'Stomme mongool' naar hem te roepen. [verbalisant 1] voelde zich hierdoor in zijn eer en goede naam aangetast. Vervolgens heeft verdachte een andere politieambtenaar, [verbalisant 2], opzettelijk mishandeld door met kracht zijn arm om de nek van [verbalisant 2] te brengen en deze dicht te knijpen, waardoor [verbalisant 2] enkele seconden geen adem kon halen. Verdachte heeft hierdoor inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [verbalisant 2].
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 2 december 2008, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Het hof acht gelet op deze feiten en omstandigheden de in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde werkstraf van na te melden duur passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c (oud), 22d, 57 (oud), 63 (oud), 266, 267, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en 2 primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van dertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. L.T. Wemes, voorzitter, mr. S.H. Wachter en
mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.