ECLI:NL:GHLEE:2009:BH3063
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Dam
- A. Hielkema
- M. van Haastert
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor deelname aan criminele organisatie met oogmerk tot het plegen van Opiumwet misdrijven
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1965 en thans verblijvende in PI Overijssel, was eerder door de rechtbank veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van strafbare feiten onder de Opiumwet. De tenlastelegging betrof deelname aan een organisatie die zich bezighield met het telen, verwerken en verkopen van hennep in de periode van 1 juli 2003 tot en met 4 juli 2005.
De officier van justitie had in hoger beroep een gevangenisstraf van 14 maanden geëist. De raadsman van de verdachte heeft echter betoogd dat er geen sprake was van een gestructureerde organisatie zoals bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de zaak grondig onderzocht, waarbij het heeft vastgesteld dat de samenwerking van de verdachte met anderen niet voldoende gestructureerd was om als een criminele organisatie te worden aangemerkt.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof oordeelde dat niet bewezen was dat de verdachte deel uitmaakte van een organisatie die zich bezighield met de in de tenlastelegging genoemde misdrijven. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van voldoende bewijs voor de structuur en organisatie van criminele activiteiten voordat iemand kan worden veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie.