ECLI:NL:GHLEE:2009:BH3783

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001855-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • G. Mannoury
  • G.C. Gillissen
  • S. Zwerwer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldheling van een fiets met onvoorzichtigheid bij herkomstonderzoek

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1966 en wonende in [woonplaats], is niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. S.S. Ilahi. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf, namelijk schuldheling van een fiets. De feiten zijn als volgt: de verdachte heeft in de periode van 9 december 2004 tot en met 12 december 2006 een fiets (merk Batavus, kleur blauw) verworven, terwijl hij redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. De politierechter had de verdachte hiervoor al veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte primair ten laste gelegde bewezen zou verklaren en hem zou veroordelen tot een gevangenisstraf van twee weken. Het hof heeft echter verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte en heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld door geen nader onderzoek te verrichten naar de herkomst van de fiets, die niet voorzien was van een origineel slot en in 2004 als gestolen was geregistreerd.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft het ten laste gelegde bewezen verklaard, de verdachte strafbaar geacht en niet bewezen verklaard wat de verdachte verder ten laste was gelegd. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 28 uren, met de mogelijkheid van 14 dagen vervangende hechtenis indien hij de werkstraf niet naar behoren verricht. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte, waarbij het hof opmerkte dat de verdachte sinds augustus 2003 geen justitiecontacten meer had gehad die tot veroordelingen hadden geleid.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001855-07
Parketnummer eerste aanleg: 18-650934-07
Arrest van 23 februari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 3 mei 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte,
mr. S.S. Ilahi, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard niet uitdrukkelijk te zijn gemachtigd de verdachte bij diens afwezigheid te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Hieronder is opgenomen het verdachte ten laste gelegde, zoals vermeld op de inleidende dagvaarding.
Verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 9 december 2004 tot en met 12 december 2006, in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een fiets (merk Batavus, kleur blauw), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 9 december 2004, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een fiets (merk Batavus, kleur blauw), in elke geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander dan aan verdachte.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij in de periode van 9 december 2004 tot en met 12 december 2006, in de gemeente [gemeente], een fiets (merk Batavus, kleur blauw) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die fiets redelijkerwijs kon vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
primair: schuldheling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft in het bijzonder gelet op het navolgende.
Verdachte heeft op 12 december 2006 een fiets voorhanden gehad terwijl hij, toen hij die fiets verkreeg, redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf verkregen was. Verdachte heeft verklaard dat hij de fiets van iemand op straat heeft gekocht. De fiets was niet voorzien van een origineel slot. De fiets bleek in 2004 te zijn gestolen. Verdachte heeft aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld door geen nader onderzoek te verrichten naar de herkomst van de fiets. Hij heeft door zijn handelen bijgedragen aan het instandhouden van een afzetmarkt van gestolen voorwerpen.
Uit het verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 2 december 2008 is gebleken dat verdachte in het verleden veelvuldig is veroordeeld wegens vermogensdelicten, maar dat hij vanaf augustus 2003 tot heden geen justitiecontacten heeft gehad die hebben geleid tot veroordelingen.
Met name gelet op dat laatste is het hof van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf thans niet op zijn plaats is, maar dat kan worden volstaan met oplegging van een werkstraf van na te melden duur.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c (oud) 22d, en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van achtentwintig uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertien dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Mannoury, voorzitter, mr. G.C. Gillissen en
mr. S. Zwerwer, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier.