ECLI:NL:GHLEE:2009:BH3887

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
3 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
107.001.732
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Kuiper
  • J. de Hek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsprocedure openbaar taxivervoer Zuid-Kennemerland/IJmond en de rol van Arriva en Kennemerland

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Taxi Services Kennemerland B.V. en Arriva Personenvervoer Nederland B.V. naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure voor openbaar taxivervoer in de regio Zuid-Kennemerland/IJmond. Arriva had de concessie gewonnen en maakte gebruik van de diensten van O-Tax en Taxicentrale Schoorl. Na klachten van de provincie Noord-Holland over de stiptheid, besloot Arriva de concessie terug te geven. Kennemerland, die zich als feitelijk partij bij de concessie beschouwde, vorderde facturen en schadevergoeding van Arriva. Het Gerechtshof Leeuwarden oordeelde dat Kennemerland geen partij was bij de overeenkomst tussen Arriva en O-Tax, en dat er geen bewijs was dat Arriva had ingestemd met de toetreding van Kennemerland tot de overeenkomst.

Het hof heeft vastgesteld dat Kennemerland niet door contractsovername of toetreding partij is geworden bij de overeenkomst. De vordering van Kennemerland is afgewezen, omdat er geen toereikende grondslag voor de vordering was. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en Kennemerland veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke contractuele afspraken en de noodzaak voor partijen om hun positie in een overeenkomst goed te onderbouwen.

De uitspraak is gedaan op 3 februari 2009, waarbij het hof de kosten van het geding aan de zijde van Arriva heeft begroot op een totaal van € 10.810,50, inclusief verschotten en geliquideerd salaris voor de advocaat. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Arrest d.d. 3 februari 2009
Zaaknummer 107.001.732
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Taxi Services Kennemerland B.V.,
gevestigd te Haarlem,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Kennemerland,
advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen
Arriva Personenvervoer Nederland B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna te noemen: Arriva,
advocaat: mr. SA. Roodhof, kantoorhoudende te Leeuwarden.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 7 oktober 2008 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Kennemerland heeft een akte genomen, waarbij zij een aantal producties in het geding heeft gebracht.
Arriva heeft hierop bij antwoordakte gereageerd.
Vervolgens hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Het hof heeft in zijn tussenvonnis reeds beslist dat niet is gebeken dat Kennemerland door contractsovername of door toetreding partij is geworden bij de overeenkomst tussen Arriva enerzijds en O-Tax en Taxicentrale Schoorl anderzijds.
Het hof heeft voorts overwogen dat Kennemerland slechts als partij bij die overeenkomst kan worden aangemerkt, als Arriva daar expliciet dan wel stilzwijgend mee zou hebben ingestemd. Daarvan zou sprake kunnen zijn indien Arriva herhaaldelijk nota's van Kennemerland betreffende het taxivervoer in de regio Zuid-Kennemerland IJmond zou hebben betaald. Het hof heeft Kennemerland in de gelegenheid gesteld zich daarover nader uit te laten.
2. Kennemerland heeft bij akte een aantal facturen in het geding gebracht - alle overigens met in de kop als email adres otax@freeler.nl - die zij heeft verzonden aan Arriva Kleinvervoer te Meppel.
Dit betref facturen van
- 21 september 2004 betreffende de maand juli 2004 ad € 77.714,--
- 7 oktober 2004 betreffende de maand augustus 2004 ad € 87.226,94
- 27 oktober 2004 betreffende de maand september 2004 ad € 101.380,71
- 6 december 2004 betreffende de maand oktober 2004 d € 109.375,40
- 6 december 2004 betreffende de maand oktober 2004 ad € 1.947,90
- 22 december 2004 betreffende de maand november 2004 ad € 104.948,40
- 22 december 2004 betreffende de maand november 2004 ad € 3.728,53
- 13 januari 2005 betreffende de maand december 2004 ad € 82.802,64
- 13 januari 2005 betreffende de maand december 2005 ad € 3.550,20.
Daarnaast heeft Kennemerland een drietal aanmaningen betreffende de facturen van 21 september 2004 en 7 oktober 2004 overgelegd.
Volgens Kennemerland heeft Arriva deze - althans, naar het hof begrijpt, een aantal van deze facturen - voldaan door middel van overmaking van de daarmee gemoeide bedragen op het rekeningnummer van O-Tax. O-Tax heeft vervolgens enige bedragen doorbetaald aan Kennemerland. Kennemerland heeft daartoe een bankafschrift van 22 december 2004 overgelegd, waaruit blijkt dat O-Tax haar een drietal bedragen respectievelijk groot € 4.000, € 160.000 en €101.000 heeft betaald, met als omschrijving steeds "inz Arriva" en een maandaanduiding.
3. Arriva heeft aangevoerd dat zij herhaaldelijk op de toezending van correct opgestelde facturen heeft aangedrongen en dat zij uitdrukkelijk aan O-Tax - en niet aan Kennemerland - heeft betaald, ervan uitgaande dat O-Tax kennelijk werkzaamheden had uitbesteed aan Kennemerland.
4. Het hof acht de wijze waarop Arriva kennelijk de eerste drie hiervoor onder 2 aangeduide facturen heeft voldaan, onvoldoende om de gevolgtrekking te maken dat Arriva heeft ingestemd met de toetreding van Kennemerland tot de overeenkomst. Immers Arriva heeft geweigerd om de facturen aan Kennemerland te voldoen en zij heeft, na aanmaning, uiteindelijk expliciet haar contractspartner O-Tax betaald.
5. Grief I treft dan ook geen doel.
Ten aanzien van grief 2
6. Deze grief borduurt voort op de onjuiste veronderstelling dat Kennemerland contractspartner was van Arriva. Een andere toereikende grondslag voor de vordering van Kennemerland op Arriva is niet gesteld. Daarmee deelt deze grief het lot van de vorige grief.
7. Het hof heeft het bewijsaanbod dat Kennemerland contractspartij was reeds in het tussenarrest verworpen. Het hof verwerpt thans ook het bewijsaanbod dat Kennemerland geen wanprestatie heeft gepleegd als niet terzake doend, in het licht van het voorgaande.
De slotsom
8. Het hof zal het vonnis van 18 oktober 2006 bekrachtigen en Kennemerland, als de in het ongelijk te stellen partij, in de kosten van het appel veroordelen, voor het salarisdeel te begroten op 1,5 punt naar tarief VI.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Kennemerland in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van Arriva tot aan deze uitspraak op € 5.916,-- aan verschotten en € 4.894,50 aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Kuiper en De Hek, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 3 februari 2009 in bijzijn van de griffier.