ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4189
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Rowel-van der Linde
- J. Breemhaar
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake nalatenschap en rekenplicht van erfgenamen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 3 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de nalatenschap van de erflaatster, waarbij de appellante, [appellante], vorderingen heeft ingesteld tegen [geïntimeerde 1] en andere geïntimeerden. De kern van het geschil betreft de vraag of [geïntimeerde 1] en [betrokkene 1] gehouden waren tot het voeren van een vermogensrechtelijk beleid ten aanzien van het vermogen van de erflaatster. Het hof oordeelt dat de door [appellante] gestelde feiten onvoldoende bewijs leveren voor deze verplichting. De enkele kasopnamen door [geïntimeerde 1] en [betrokkene 1] ten behoeve van de erflaatster zijn niet voldoende om aan te nemen dat zij rekenplichtig zijn. Het hof verwijst naar artikel 3:171 BW, dat de mogelijkheid biedt om via een vordering te trachten onttrokken bedragen terug te vorderen in de nalatenschap. De appellante heeft in hoger beroep zeven grieven ingediend, maar het hof oordeelt dat deze grieven geen doel treffen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Groningen van 6 juni 2007, waarbij de vorderingen van [appellante] zijn afgewezen. De kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat elke partij haar eigen kosten draagt.